en voordeel tot over velen zou uitstrekken. Toen echter besloten zij,
vermoeid door langdurige en ijverige inspanning, hun geest in de zo
mervakantie wat te ontspannen en los te maken van de zware studies.
De zeer geleerde man Joannes Philemon, toendertijd hun studie
meester, groot in vernuft en wetenschap, die daarin reeds toen geen
middelmatige vorderingen had gemaakt, zeide dat hij een tocht
beraamde naar de naburige gewesten opdat deze vakantie wel on
bekommerd, maar niet helemaal in niets doen zou wegvloeien; zo
zouden zij de aangrenzende streken leren kennen en tegelijk ook
later daarover hun oordeel kunnen uitbrengen. Dit nu prijs ik ten
zeerste in hem, maar ook hun besluit waardeer ik hoog.
En zo vroegen allen tegelijk als uit één mond mij als metgezel op
deze tocht en zij lieten niet toe dat ik, op welke wijze dan ook, hun
dit zou weigeren; ja, haast tegen mijn wil voerden zij mij weg van
mijn huis en de mijnen. Vooral immers omdat ik vroeger melding
had gemaakt van de landmeetkunde en gezegd had hoeveel lof
men mag verwachten van het dankbare nageslacht als men langs
deze weg de juiste omtrek van de aarde heeft bepaald.
Nu hadden zij al heel wat van de boldriehoeksmeting geproefd. Zo
zou ik verrichten wat ik eens maar in het voorbijgaan had gezegd,
maar wat zij ernstig in zich hadden opgenomen.
Wij bereidden ons dus zeer zorgvuldig op de reis voor en haalden de
instrumenten voor zo'n grote onderneming te voorschijn. Een halve
cirkel met een middellijn van 31/2 Rijnlandse voet dienende om,
door waarnemingen vanaf de torens, hoeken en afstanden langs
landmeetkundige weg te bepalen [26]. Een zeer groot ijzeren kwa
drant, met brons beslagen, groter dan 51/2 voet, om de pools
hoogte te meten.
Zo reisden wij naar Oudewater om daar eerst een paar dagen uit te
rusten, van plan om in die afzondering een standplaats uit te
zoeken. Ik had tegelijk het voornemen om het graf van mijn vader
en grootvader die, daar begraven, de dag der opstanding af
wachten, te bezoeken en vooral mijn oude moeder die weduwe is,
te begroeten; zij had het voorafgaande jaar, na de dood van mijn
liefste vader de zeer edele heer Rudolph Snellius, er in toegestemd
ook haar laatste levensdagen daar te zullen eindigen bij de graven
van haar dierbaren.
19