verbindingslijn van de ver ticale assen bij Bx en B2 en de verbindingslijn van de verticale assen bij en 02. Deze korte zijden, ze worden immers beperkt door de schachtdiameter die bij tus- senschachten steeds kleiner dan twee meter is, worden door een horizontaal aligne ment verlengd. Hiertoe klapt men de spleetdiafragma's terug in hun verticale stand (fig. 6)Plaatst men nu ach ter Ox en Bx een lichtbron dan neemt men op het verlengde van 0X02 en verticale, lijnvormige interferentiepa tronen waar. Men kan de centreerstift van een theodoliet als instelmerk op deze patronen gebruiken, waardoor de theodoliet meteen in de lijn OjC^ resp. BjB2 wordt opgesteld. Aansluiting van de richting op de ene verdieping en voortzetting van de meting op de andere verdieping kan door hoek meting plaatsvinden. De excentriciteitsfouten van de spleetdiafragma's ten aanzien van hun verticale assen kan men uitschakelen door het hori zontale alignement te herhalen in een 180° gedraaide stand van de dia fragma's en de hoekmeting voor aansluiting en voortzetting eveneens te herhalen. en 02 zijn op een enkele slede geplaatst omdat men, indien mogelijk, de herhaling van de meting als volgt inricht. Men heeft bij de eerste opstelling ervoor gezorgd dat OxP0 B^ BxPb. Verplaatst men nu met behulp van de enkele slede Ox en 02 zodanig dat P0, 02 en Ox weer op één lijn komen te liggen, dan zal na het verticaal alignement moeten blijken dat Pd, B2 en Bx ook weer op één lijn liggen. Dit levert een controle tijdens de meting. In de Verenigde Staten van Amerika, Rusland en Duitsland worden voor de oriëntering van het ondergrondse meetnet veelvuldig speciaal ge construeerde gyrokompassen gebruikt. In Duitsland werden reeds in 210 Fig. 6 Opstelling boven in de schacht B1 en B2) tijdens het horizontale alignement

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 211