M-F--3 4rJ rrr^ru een analysator voor het objectief zijn het belangrijkste deel van het boven stuk. Deze kijker dient om het bovenstuk zodanig in te stellen dat de doorlaatrichtingen van polarisator en analysator loodrecht op elkaar staan. Dit kan eenvoudig gebeuren door met deze kijker op minimum lichtsterkte in te stellen. Daar de polarisator star boven de schacht is bevestigd, kan men deze instelling op minimum lichtsterkte als referentie richting gebruiken op alle niveaus in de schacht. Aan het maaiveld meet men een hoek van een in azimuth bekende lijn naar de as van het instru ment (fig. 10). Vervolgens richt men met de richtkijker op het laatste punt van deze lijn en leest de rand af. Door nu ook de rand af te lezen bij minimum lichtsterkte kent men het azimuth van de referentierichting. Nu hangt men een schietlood in de schacht en bepaalt met richting en afstand (a2, l2) de coördinaten van dit schietlood. Met behulp van de poolcoördinatenmethode kunnen nu alle detailpunten in de schacht worden aangemeten. Voor de lengtemeting is boven het objectief van de verticale kijker een lichtmerk aangebracht dat in de richting van de verticale as een lichtbundel uitzendt die als wijzer op de meetlat dienst doet. Het deksel waarop dit licht is bevestigd, is uiteraard opklapbaar. Door deze meting op geregelde tijden te herhalen kan men de horizon tale verplaatsingen van de aangemeten punten op de schachtbekleding 215 Fig. 9 Dwars doorsnede door het instrument voor de oriëntering met behulp van gepolari seerd licht schijnwerper voor het verlichten van het punt waarop gericht wordt. met lichtmerk •pklapbare deksel t jTI k voor lengtemeting. U f\~J\ 1 I I matglas waarop afl. v.d. randf wordt geprojecteerd analysator projectie-lampje richt kijker. kijker voor instellinq op minimum lichtsterkte. randverdeling I onderste vaste gedeelte.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 216