9 controleren. Bij het geschetste instrument kan men door driemaal her haalde instelling op minimum lichtsterkte de referentierichting met een nauwkeurigheid van circa 6' bepalen. De richtingen naar de detailpun ten kunnen, door eenmaal met de kijker te richten, met een nauw keurigheid van circa 3 bepaald worden. Daar nagenoeg alle schacht diameters tussen 4 en 9 meter liggen, is inderdaad aan de eis de punten 216 lichtbron doorl aaf richting van de polarisafor. op richtkijker kijker voor instelling minimum lichtsterkte. schietlood uitgangsrichting. doorlaatrichtinq van de analysafor. randverdeling Fig. 10 Schematisch overzicht van een schacht meting met behulp van gepolariseerd licht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 217