We zijn als volgt tewerk gegaan. De waarnemer, voorzien van een kop
telefoon, hoort de „tops", voortgebracht door een chronometer met
elektrische schakelaar die elke seconde een contact tot stand brengt, be
halve op de minuut. Terwijl hij de „tops" der seconden vanaf de seconde
„nul in gedachten telt, brengt hij (door middel van de langzame be-
wegingen van de theodoliet) het beeld van de waar te nemen ster in de
nabijheid van het middelpunt van het dradenkruis, in contact met de
horizontale kruisdraad. Wanneer het contact verwezenlijkt is, houdt hij
het in stand en stopt de beweging op het ogenblik van een „top", waarvan
hij het volgnummer uitspreekt. De secretaris, die zich vóór de chrono
meter bevindt, noteert het nummer evenals de minuut en het uur, aan
gegeven op de chronometer. Vervolgens noteert hij de lezingen van de
verticale cirkel, die de waarnemer hem dicteert.
Elke plaatsbepaling omvatte de waarneming van minstens drie sterren,
op hoogten boven 45° (straalbreking), in gelijkmatig verdeelde azimutten.
In het geval van zonnewaarneming nam men het hemellichaam minstens
driemaal waar: omstreeks de doorgang door de bovenste meridiaan en
twee tot drie uur vóór en na de doorgang door de meridiaan. Een derge-
223
Fig. 2 Waarnemingen met legering bij een berg