van de waarnemer zet zich dadelijk op het oogglas vast als een ijslaag die alle waarnemingen verhindert. Daarom is het geboden een neusscherm of een masker te dragen. Een chirurgmasker heeft ons goede dienst be wezen. Om dezelfde reden moet men bij tochten vermijden de theodoliet onder de tent te plaatsen. Het vocht, voortkomend van het branden van het fornuis en van de kooklucht, zet zich dadelijk op het toestel vast als ijs, dat alle bewegingen belemmert. De theodoliet moet en mag onge straft buiten gelaten worden. Bij verplaatsingen zal men hem steeds op de koudste plek plaatsen. Voor astronomische waarnemingen zou men moeten beschikken over een theodoliet met hoekkijker in de aard van de T 4, maar handelbaarder en lichter. b. Het zonneprisma van Prof. Roelofs We hebben het zonneprisma van Prof. Roelofs gebruikt voor alle viseringen op de zon. Dit prisma wordt op het objectief van de T 3 ge plaatst door tussenschakeling van een volgens-een-straal- gespleten ring. Deze spleet laat licht door en belet elke waarneming. Ze moet dicht gemaakt worden met bij voorbeeld een stuk kleef- pleister. Het omslaan van de T 3 kij ker met het prisma uitgerust is onmogelijk. Bij iedere standverandering (omslag) moet het prisma verwijderd worden, wat telkens een aan passing van het zonnerozet ten opzichte van de kruisdra den vergt. Dit nadeel werd verholpen door het gebruik 225 Fig. 3 Prisma van Prof. Roelofs met aluminiumkoker aangebracht op een T 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 226