A
ZOMERKAMPEN
In de achter ons liggende periode zijn er 5 zomer
kampen gehouden, waarvan 3 in Gronsveld in Zuid-
Limburg en 2 in het Drentse Borger.
De reis naar het kamp werd altijd gemaakt op alle
mogelijke manieren: liftend, per trein, bus, scooter,
enz. Een (jaarlijks kleiner wordend) aantal enthousias
telingen fietste zelfs vanuit Delft naar Limburg. Hoe
je er kwam was niet belangrijk, als je er maar op tijd was. Het kamp begon
namelijk altijd met koppen tellen". Wie te laat aankwam en geen goed
klinkende reden kon opgeven, moest als straf een rondje weggeven. Tot
grote spijt van de punctuelen is deze straf nooit opgelegd.
De opening van het kamp ging altijd gepaard met enig ceremonieel. Na
het aanhoren van enkele speeches werd de Snelliusvlag gehesen, het
Snelliuslied gezongen en het rondje van de Heer Haasbroek naar binnen
geslagen.
De opening van het eerste kamp in Limburg kreeg een bijzonder tintje
door de aanwezigheid van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging
voor Fotogrammetrie, de Heer Scherpbier. Deze droeg de metalen vlag-
gemast, een geschenk ter gelegenheid van het derde lustrum, over aan
„Snellius".
Wie in een onbekende omgeving komt, kijkt er eens wat rond. Het is dus
niet verwonderlijk dat vooral tijdens het eerste Gronsveld-kamp in de
vrije tijd bijna niemand in het tentenkamp werd aangetroffen. De (café's
in de) omgeving, kersenboomgaarden, Maastricht, zelfs Aken en het
Albertkanaal werden, zoals het een goede geodeet betaamt, verkend.
De ronde van Frankrijk werd juist gereden tijdens het verblijf in Lim
burg. Gelukkig was er een radio in het dagverblijf - een kippenhok.
Iedereen kon dus meeleven met de zwoegers. Tot op zekere hoogte heeft
dit zelfs inspirerend gewerkt: een paar wielrenners-in-spé doorkruisten
een deel van het heuvelige Zuid-Limburg onder het motto: ,,als ik in
de „bergen" ben, wil ik het ook in m'n benen voelen".
Wie na een dag werken niet zoveel energie had om grote tochten te
maken, ging naar een van de vele kleine cafeetjes. Na een dag of drie
wist iedereen dat het beter was niet in de richting Maastricht te gaan.
242