wordt tijdens een zomerkamp, heeft het mis. Op de dag van aankomst wordt het werk al verdeeld. De eerstejaars moeten in de regel detail- meten, waterpassen en polygoneren. De tweedejaars krijgen een stuk bos aangewezen waarvan ze een tachymetrische opname moeten maken, de derdejaars moeten een gebied verkennen volgens de eisen van de H.T.W. De laatsten zwerven rond over een gebied van vele vier kante kilometers, zoeken R.D.-stenen, beklimmen torens van kastelen, kerken of kloosters om het uitzicht te controleren. Zij zijn bekend door hun soms vreemde manier van doen, door hun kleding en (vaak) door hun baard van ongeveer twee weken. De Limburgers zijn zoiets niet ge wend en vertellen het elkaar als ze er weer een hebben gezien. Het is dus niet verwonderlijk dat eens ergens, op vele kilometers afstand van het kamp, een nieuwsgierige vrouw aan een paar verkennende derdejaars vroeg: Horen jullie ook bij die stokkenbeweging?" Vele bewoners van St. Geertruid en Eckelrade wisten meer van de studenten, o.a. dat ze ook aan sport deden. Ieder jaar werd er een voet bal- en een volleybalwedstrijd gespeeld tegen een plaatselijke club of de douane. Dat de Snelliusteams hun best deden, is duidelijk; er was altijd het vooruitzicht van een rondje bij winnen van een wedstrijd. Tijdens een van de kampen waren ook Tin en Soe, twee Birmese stu denten van het ITC, van de partij. Wanneer zij over hun land ver telden, waren er altijd toehoorders genoeg. Tin wist bovendien geloof waardig te maken dat hij de toekomst kon voorspellen uit de lijnen van je hand. Velen lieten zich de gelegenheid een tiental kinderen voorspeld te krijgen niet ontgaan. De kampen in Limburg zouden niet volledig geweest zijn, als er niet ieder jaar voor de tweedejaars een excursie naar de mijnen gehouden werd. Het was misschien wat vermoeiend (wie had geen slaap tijdens de lezing?), smerig en soms wat angstig wanneer vlak naast je iets instortte maar niemand zou die ondergrondse uitstapjes hebben willen missen. De laatste donderdag van de kampperiode werd het afscheid gevierd. Voor deze gelegenheid werd de beste broek, nee niet van stal, maar onder de strozak vandaan gehaald (om de vouw er in te houden)Op de volley balwedstrijd tussen de wetenschappelijke staf en de studenten, volgde het diner in het kippenhok of buiten onder de bomen, afhankelijk van de weersgesteldheden. In 1956 werd door Ir. Koeman een vaantje aange boden als herinnering aan het tiende zomerkamp. 244

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 245