heel wat dorpelingen tegenwoordig achter de schutterij, dus het was een hele stoet. Tot slot moesten alle deelnemers met de studenten mee om de Een attractie van de Limburgse kampen waren altijd de excursies naar de kolenmijnen. Dit was een hele gebeurtenis voor ons omdat je anders nooit gelegenheid kreeg om ondergronds te komen. Hier ben ik dan ook de Sub-afdeling dankbaar voor dat dit voor mij ook werkelijkheid is ge worden. Het laatste kamp dat ik heb meegemaakt was in Borger, en daar midden in de Drentse bossen is het geen wild kamp geworden. Het was wel het rustigste van alle voorafgaande kampen, dus voor mij een rustig slot. Het is misschien wel aardig om een aantal hoeveelheden bekend te maken van benodigdheden, die we zo al nodig hebben gehad, om de hongerige magen te vullen. Dat zijn dan geweest verdeeld over de elf zomerkampen die ik heb meegemaakt: 2510 carbonaden, 2305 ballen gehakt, 1540 eie ren en 3960 kg aardappelen; de andere vitaminen zijn niet meer na te gaan, dat zou te onnauwkeurig worden. Dus zo te zien hebben de geo detische studenten niet alleen wetenschappelijke kennis naar binnen gekregen. Als ik nu een terugblik sla op mijn T.H.-tijd, kom ik tot de conclusie, dat het een leerzame tijd is geweest waar ik in mijn verdere loopbaan profijt van kan trekken. Het samenwerken met de studenten was zeer attractief, vooral omdat je geregeld nieuwe personen ontmoette met zoveel ver schillende naturen; het voordeel daarvan is, dat men op den duur men senkennis krijgt, wat een voornaam punt in het leven is. Ik zal altijd met genoegen aan de tijd terugdenken dat ik met de studenten heb samenge werkt. Ik heb er ook nog een blijvende herinnering van overgehouden, want tijdens mijn afscheid van de studenten kreeg ik een prachtig schilderstuk aangeboden en als slot een ontzettend gezellige avond. Dat „Snellius" een bloeiende en voortvarende vereniging mag blijven, is de wens van een voormalig personeelslid. Ies van der Kley 264

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 265