vindingrijkheid, moed en doorzettingsvermogen de hoogste eisen stelde; en dat in ons knusse vaderlandje! Maar, zo zal men tegenwerpen, dat is zo'n 40 jaar geleden, tegenwoordig doen we zoiets toch zeker „hydrostatisch"Beschik je dan bovendien nog over moderne communicatiemiddelen als mobilofoon en landrover, dan loopt de zaak op rolletjes en is alle avontuurlijkheid van het land- metersbestaan in ons aangeharkte Nederlandje wel verdwenen. Ja, ja Welnu, die hydrostatische herwaterpassing is uitgevoerd. Op een woens dagavond vertrekken we uit Delft naar Harlingen, waar we ons in schepen aan boord van het Rijkskabelschip „Poolster". En tussen 30 september en 10 oktober, nu een jaar geleden, speelt zich een uniek stukje werk af. Ik zwijg over de verkenning, over de spannende uren tijdens het uitleggen van de kabel, over de ijspalen-aanvoer voor de vloeistofbarometers uit Harlingen, en zeg alleen iets over ons kamp. Gedrieën zullen we een week lang op de onafzienbare vlakte van de Noordvaarder kamperen, dag en nacht waarnemingen verrichtend, temperaturen opnemend, waterpassend naar NAP bouten. Met om de twee uur mobilofooncontact (inderdaad!) met het station Vlieland en eenmaal 's daags getweeën of alleen per landrover (inderdaad!) naar de beschaafde werelddineren in hotel Oepkes, ijs afhalen bij de veerdienst, de mandfles met water vullen en levensmiddelen inslaan. Machtig, zo'n „ruig" leventje! Maar ach, de Noordvaarder is zo verraderlijk. Op een keer raken we het spoor bijster en zinken we tot aan de bumper weg in een mengsel van zand en klei. Natuurlijk, er liggen wel aangespoelde planken, en natuurlijk, je hebt een schop bij de hand. Maar als je dan 50 meter verderop weer wegzinkt, zinkt de moed je eenparig in de schoenen Op een middag halen we ternauwernood de garage: het rempedaal weigert, de koppelingsplaten liggen eruit en alles zit zo onder zout en zand dat de wagen broodnodig helemaal uit elkaar moet: wielen eraf, motor eruit, enz. De landrover van de vrachtrijder is natuurlijk stuk, de lorreboer kan de zijne niet missen en de voor de politiejeep verantwoordelijke man is onvindbaar; daar sta je met je levensmiddelen en ijspaal in de kou! Na enig soebatten bereiken we toch nog iets: een LSK-exemplaar zal ons aan het strand afleveren, maaralleen voor deze éne keerEnfin, de kampbevolking is weer compleet en het voedsel toereikend voor een dag. Onze broeders 275

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 276