aan de overkant worden draadloos ingelicht, wellicht zullen zij per telefoon LSK-Terschelling kunnen verbidden en de volgende morgen vernemen we dat dit inderdaad gelukt is Edoch, als ik 's avonds om 6 uur de wacht in de waarnemerstent weer overneem, krijgen we de schrik van ons leven. In korte gejaagde zinnen hijgt Ir. de Bruijn alarmerend nieuws over: „LSK-Terschelling kan de Noordvaarder niet over. Zij brengen jullie géén eten! Nu zal een heli- kop er van Iv- le itii Ik hoor hem al overrazen. Zoek snel een terrein uit waar hij het af kan gooien en spreid daar jullie grootste vlag duidelijk zichtbaar op de grond. Ze zijn bang dat ze jullie kamp niet kunnen vinden." Als gekken kappen we de schoor- en waslijn aan onze vlaggemast, maar ik kan de gedachte aan een goeie grap niet uit m'n hoofd zetten; gisteren reed die jeep toch ook! Op hetzelfde moment trekt een goedmoedig gepruttel onze aandacht. Hé, kijk, daar komt een jeep het strand langs! Ha, dus toch een mop! De lach besterft echter alweer op m'n lippen als daar tot m'n stomme verbazing inderdaad een straalhelikopter komt aangieren. Hij om cirkelt ons bivak, hangt even stil boven het strand en werpt twee pakket ten af. Uitgelaten zwaaien we naar de bemanning. We zijn gered uit de klauwen van een dreigende hongerdood Zoals 38 jaar geleden, zo is ook nu zelfs tot tweemaal toe, onze defensie de redder uit de nood. (Vergeving, o mijn pacifistische lezertjes, maar hoe pikant relevant komt ons in deze stonde de NAVO-gedachte voor! Geroerd vegen mijn kampgenoten de tranen uit hun stoppelbaarden.) 276 IttllllllBlIKIlH

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 277