kelijk dichter bij de waarheid ligt, maar die in Haarlem heeft hij gecorri
geerd tot de veel slechtere waarde 78°02'. Hoewel de driehoek nu sluit,
vertoont ze fouten in de hoeken opvolgend van +13', —1' en —12'.
Ook in andere gevallen kan men nu eens spreken van een verbetering
van de hoeken uit de „Eratosthenes Batavus", dan echter weer van een
verslechtering. De zeer slechte hoek 90°12' in Breda tussen de richtingen
naar Bergen op Zoom en Dordrecht b.v. verbetert hij in 89°33' (werke
lijke waarde 89°34'11") maar de goede hoek 54°08' in Utrecht tussen de
richtingen naar Dordrecht en Leiden verknoeit hij tot 54°29'. Ik geloof
niet dat de geweldige moeite die Snellius zich voor de herziening heeft
moeten getroosten, een evenredig resultaat heeft gehad.
Van Mussghenbroek brengt het er met zijn veranderingen niet veel
beter af. Zijn verkeerde conclusies in de driehoek Leiden-Utrecht-
Dordrecht heb ik al genoemd en de zeer foutieve hoek 45°59' door
Snellius in Breda tussen Willemstad en Dordrecht gemeten (de werke
lijke waarde is 46°10'10"), verknoeit hij nog verder tot 45°48'.
Gezien in het licht van de tijd waarin hij leefde (men had toen immers
de richtkijker reeds tot zijn beschikking), moet het werk van Van
Mussghenbroek zonder twijfel aanmerkelijk slechter worden geacht dan
dat van Snellius.
Als men het net van Snellius aan een verdere beschouwing onderwerpt,
dan blijkt dat men, door weglating van 9 zijden uit dat net, uit de basis
Leiden-den Haag alle andere zijden kan berekenen. Snellius heeft dan
ook deze 9 zijden op twee manieren bepaald. Het verschil tussen de uit
komsten van beide berekeningen geeft een indruk van de betrouwbaar
heid van zijn werk. Zo kan men b.v. LU berekenen uit de driehoek
LUG [43] nadat men eerst LG heeft bepaald uit driehoek HLG [44].
Men kan echter ook LU vinden uit driehoek LUD [45]. De zijde LD
die daarin voorkomt, kan men ontlenen aan driehoek LGD [46]. De
zijde LG uit die driehoek berekent men uit de basis LH in driehoek
HLG [44].
Ik heb Snellius hier eens nagerekend. Zijn werk is lang niet feilloos; hij
maakt verschillende rekenfouten. Met de oorspronkelijke basis LH
4103,3 roeden vindt men LU 11627,3 roeden volgens de eerste me
thode en LU 11617,1 roeden volgens de tweede. Snellius zelf be
cijfert respect. 11628,8 en 11631,8. Met dezelfde hoeken doch met de
verbeterde basis LH 4117,8 roeden vindt men voor de afstand tussen
28