het Leidse stadhuis en de domtoren te Utrecht respect. 11668,4 en 11658,1
roeden. In werkelijkheid bedraagt die afstand 43836,1 m dat is 11640
roeden, een resultaat dat ten hoogste 0,2% van dat van Snellius afwijkt.
Ook de zijde Breda-Dordrecht, die aanmerkelijk verder van de basis is
gelegen, voldoet aan redelijke eisen. Snellius berekent haar ook op twee
manieren [47]. Hij vindt 7005,7 en 6998,0 roeden. Zij is, berekend uit de
gegevens van de Rijksdriehoeksmeting, 26282,0 m of 6978,8 roeden.
Uiteraard gaan grove fouten in de lengten van de driehoekzijden op
treden als Snellius zich in de identificatie van de torens heeft vergist,
zoals in de driehoek Alkmaar-Amsterdam-Haarlem [41].
De driehoekzijde Haarlem-Amsterdam waarvan hij bij zijn berekening
moest uitgaan (4730,0 roeden 17813,2 m), voldoet nog aan redelijke
^isen maar de opstaande zijden Haarlem-Alkmaar (7754,2 roeden
29202,3 m) en Amsterdam-Alkmaar (8193,0 roeden 30854,8 m)
zijn slecht. De zijden Haarlem-Amsterdam, Haarlem-Alkmaar en
Amsterdam-Alkmaar hebben in werkelijkheid een lengte van 17746,3 m,
28907,0 m en 30567,5 m.
Uit zijn driehoeksnet vindt Snellius voor de afstand van Alkmaar naar
Bergen op Zoom 34710,6 roeden [48]. De werkelijke afstand is, berekend
uit de gegevens der Rijksdriehoeksmeting, 130438,8 m (34635,9 roeden)
[49]. Ze verschilt slechts ca 0,2% met die uit 1617.
Volgens Van der Plaats [50] zou uit de verbeterde meting van Snel
lius in 1620 zelfs een resultaat 34626,2 roeden zijn af te leiden. Het door
Van Mussghenbroek beïnvloede werk geeft 34952,5 roeden; het is aan
merkelijk slechter dan dat van Snellius.
Uit het voorgaande blijkt wel dat het tot dusverre besproken gedeelte
van het werk van Snellius (niet dat van Van Musschenbroek) niet
alleen de toets van de kritiek volledig kan doorstaan, maar dat het, af
gezien van de rekenfouten en een aantal identificatiefouten die hij maakt,
beschouwd kan worden als het beste dat men in die tijd kon presteren.
Aanmerkelijk minder goed dan de meting van zijn driehoeksnet is het
astronomische gedeelte van het werk geweest dat moest dienen om uit het
breedteverschil van Alkmaar en Bergen op Zoom en de op de meridiaan
van Alkmaar geprojecteerde afstand tussen deze beide plaatsen de om
trek van de aarde te bepalen.
Hoe Snellius zijn astronomische metingen - drie breedtebepalingen (in
29