andere wijze zijn gegevens, b.v. door middel van luchtfoto's of op elek tronische wijze en ook krijgt het meten van de versnelling van de zwaarte kracht en het daaruit te berekenen potentiaalveld van de aarde voor hem een steeds grotere betekenis, maar bij het maken van een raam van vaste punten - van groot naar klein, van primair driehoeksnet naar detailpunt - zijn de theodoliet en de meetband toch bij uitstek zijn instrumenten. Om zijn meetmethoden zo rationeel mogelijk te maken, grijpt hij afwisselend naar één van beide instrumenten, of combineert in bijzondere gevallen lengte- en afstandsmeting in één instrument. Maar hij zal met de keuze: „theodoliet of (en) meetband" nog niet klaar zijn. Want uit de vele typen van beide instrumenten moet hij weer een keuze doen, zodanig dat de nauwkeurigheid van zijn instrument be antwoordt aan de eisen die de opgave stelt. Bezien wij nu de lengtemeting, dan kunnen wij deze globaal rubriceren naar de relatieve nauwkeurigheid volgens onderstaand schema: a. 1 op 103 d.w.z. 1 m per km b. 1 op 104 1 dm per c. 1 op 105 1 cm per d. 1 op 106 1 mm per e. 1 op 107 0,1 mm per Lengtemetingen met relatieve nauwkeurigheden van 1 op 103 en 1 op 104 komen veelvuldig in de geodesie voor. Die van 1 op 106 worden bij uit zondering gebruikt evenals die van 1 op 107 en deze laatste pas gedurende enkele jaren. In de rubriek c met een relatieve nauwkeurigheid van 1 op 105 kan men niet direct een toepassing aanwijzen, maar later zal blijken dat die relatieve nauwkeurigheid toepassing kan vinden bij de verdichting van een secundair driehoeksnet in beboste gebieden. Zodra men lengte- en richtingsmetingen combineert, zal de relatieve nauwkeurigheid van beide zo veel mogelijk met elkaar in overeenstem ming moeten zijn. Maakt men eenzelfde indeling voor de relatieve nauw keurigheid van de richtingsmeting, dan krijgt men: a. 1 op 103 d.w.z. 1.10-3 radiaal of 637 dmgr b. 1 op 104 1.10-4 of 64 c. 1 op 105 1.10~5 of 6,4 d. 1 op 106 1.10"6 of 0,64 e. 1 op 107 1.10~7 of 0,064 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 48