van de kijker. Bij deze toepassing van de door Prof. Van Heel ontwik kelde aligneermethode wordt een aantal concentrische ringen voor het objectief aangebracht, waarvan de van de lichtbron afkomstige licht bundel een interferentiepatroon vormt. Hierop is het snijpunt van de kruisdraden uiterst scherp in te stellen, waarbij de ondulatie veel minder storend werkt dan bij het directe richten op de lichtbron het geval is. Daar voor het verkrijgen van het interferentiebeeld een aanzienlijke lichtsterkte vereist is, zijn metingen overdag uitgesloten en zijn zelfs 's nachts de mogelijkheden beperkt, hoewel bij de directe waarneming overdag de lichten meestal met fijne gazen hoezen moeten worden af geschermd. De belangrijkste opstellingseis is het verticaal stellen van de eerste as, daar fouten, ontstaan door het niet voldoen aan deze eis, op geen enkele wijze kunnen worden geëlimineerd. Voor eerste orde metingen wordt de theodoliet op een stabiele meetpijler opgesteld. Bij kerktorens bestaat deze meestal uit een, op de muurkroon gemetselde stenen pijler (fig. 4). Bij grondpunten moet men zich met minder vaste opstellingen te vreden stellen. Hier worden meet torens van sterk verschillende con structies gebouwd van hout, metaal of beton. Van Amerikaanse makelij is een door Bilby ontworpen ver plaatsbare stalen toren. Al deze meettorens hebben gemeen, dat de plaats voor de theodoliet en voor de waarnemer van elkaar on afhankelijk zijn. Een tweede ge meenschappelijke eigenschap is de gevoeligheid voor draaiing, pijler draaiing, tengevolge van eenzij dige verwarming. Ook bij betrek kelijk korte gemetselde pijlers treedt dit verschijnsel merkbaar op als de zon onvoldoende wordt Fig. 4 Stenen pijler 63

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 64