De verschillende in gebruik zijnde meetmethoden hebben alle de volgen de punten gemeen: het aantal metingen wordt gelijk verdeeld over de beide kijkerstanden om de invloed van de ontregeling van de tweede as en de vizierlijn te elimineren en de waarnemingen worden regelmatig over de rand verdeeld om uit de gemiddelden de invloeden van perio dieke randfouten te weren. Tussen 1868 en 1871 is door Schreiber een methode van hoekmeten ont wikkeld waarbij de hoeken, gevormd door combinaties van telkens twee richtingen, een gelijk aantal malen worden gemeten. Wordt op alle meetstations het produkt van het herhalingsgetal en het aantal richtingen gelijk genomen dan worden volgens de theorie alle vereffende richtingen even nauwkeurig en correlatievrij. Deze methode is veel toegepast en heeft ook nu nog veel aanhangers. Door moeilijk meetbare richtingen een passend hoger herhalingsgetal te geven heeft Wolf de werkwijze meer aan de fysische omstandigheden aangepast. Het aantal extra waarnemingen wordt afgeleid uit de tijdens de uitvoering van het meetprogramma berekende nauwkeurigheden van de verschillende hoeken. Terwijl bij de methode van Schreiber de meting van iedere hoek onmiddellijk gevolgd wordt door de meting van dezelfde hoek in tegengestelde richting ter eliminatie van de invloed van de regelmatig met de tijd verlopende pijlerdraaiing, adviseert Bradford in plaats van de terugmeting het meten van het explement van de hoek. Hiermee wordt tevens het effect van het meeslepen van de rand, althans gedeeltelijk, te niet gedaan. Bij de Bij houdingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting is voor de T 3 no. 18815 bij het meten van een hoek van 50 gr voor het meeslepen van de rand een bedrag van 0,24 dmgr gevonden. Vóór 1900 zijn in Frankrijk de eerste orde metingen in series uitgevoerd met een korte hulprichting waarop de seriemeting werd begonnen en afgesloten. Nu de punten met schijnwerpers worden verlicht en dus weinig of geen onvolledige series ontstaan, terwijl de pijlerdraaiing kan worden geme ten, zal deze methode mogelijk weer aan populariteit winnen. Momenteel past men in Frankrijk de enkele hoekmeting toe, waarbij iedere richting gekoppeld wordt aan een hulprichting, al dan niet tot de te meten richtingen behorend. Ook hier worden de hoeken onmiddel lijk na elkaar heen en terug gemeten. Het voordeel dat de hulprichting 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 68