methode toegepast voor bijzonder nauwkeurige metingen over korte af stand (100 a 200 m), waardoor getij bewegingen in de aardkorst konden worden aangetoond. 1.3 Een methode, die wat nauwkeurigheid betreft volkomen het tegen deel is van de voorgaande, is de barometrische hoogtemeting. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van in de natuur aanwezige niveau vlakken men gaat uit van de veronderstelling dat de meetkundige plaats ,van de punten die eenzelfde luchtdruk hebben, een niveauvlak is. Deze veronderstelling vertoont in sterkere~mate dezelfde gebreken als die be treffende een in de natuur aanwezig wateroppervlak. Het merkwaardige van deze methode is de „meetlat", welke men gebruikt om de hoogte verschillen te meten: men meet hier geen lengten doch het verschil van twee gewichten. Via een formule kan dan de hoogte (lengte) van de met dit verschil overeenkomende luchtkolom berekend worden. Het waterpas instrument bij deze methode is dus een vlak van constante luchtdruk, terwijl de barometer de functie van baak vervult. Dit laatste instrument zullen we in 3.2 bij de hoogtemeting behandelen. 2 Waterpassen door benadering van niveauvlakken 2.1 Bij alle andere waterpasinstrumenten maken we meestal gebruik van slechts een zeer klein stukje niveauvlak in het instrument aanwezig (de horizonteerinrichting), welk stukje niveauvlak door „optische ver lenging" een benadering levert van een werkelijk niveauvlak. Het flesjes- waterpas is wegens zijn afmetingen voor normaal veldgebruik onge schikt; bovendien zijn de boven land optredende temperatuurverschillen een belemmering voor de nauwkeurigheid. De hydrostatische water passing is hierdoor een typisch tot het waterareaal beperkte methode. Verkleint men echter het flesjeswaterpas tot een U-vormige glazen buis van ongeveer 40 cm, dan ontstaat een eenvoudig waterpasinstrument van de categorie die we in deze paragraaf willen bespreken. De ver bindingslijn van de in de U-buis aanwezige waterspiegels is een klein stukje van een niveauvlak; door nu langs deze waterspiegels te kijken verlengt men optisch dit stukje niveauvlak. De aldus gedefinieerde lichtstraal is een raaklijn aan het niveauvlak, derhalve een benadering, (fig. 4). De fout, ontstaan door deze benadering, zal bij deze wijze van werken wel nauwelijks opgemerkt worden; hij is bovendien te elimineren 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 78