hoeken, waarvan men een been kan laten samenvallen met de raak lijn aan een niveauvlak) b. in een vlak loodrecht op de verticaal van de standplaats (horizon tale hoeken). Zowel bij de trigonometrische hoogtemeting als bij de tachymetrie wordt de waterpassing tot stand gebracht met behulp van het niveau van de verticale rand. De hoogtemeting geschiedt steeds langs indirecte weg; men meet nl. geen lengte in de richting van de verticaal doch een verticale hoek v welke in combinatie met een afstand a (een lengte in een horizontaal vlak) de gevraagde lengte h in de richting van de verticaal oplevert, (fig. 10). Zelfs de horizontale afstand a wordt bijna altijd in direct gemeten via een driehoeksconstructie uit een gemeten basis. Bij trigonometrische hoogtemeting is deze basis die van het lokaal of lande lijk driehoeksnet; bij tachymetrie wordt de basis gevormd door de af lezing op een baak door middel van de afstandsdraden in de kijker. In dien deze methode wordt toegepast bij afstanden boven enkele kilometers is de afwijking x (zie fig. 10) tengevolge van de benadering van het ni veauvlak door een raakvlak niet te verwaarlozen. Door de meting in beide punten uit te voeren tracht men de invloed van deze benadering te elimineren. 5 De gravimeter Een gravimeter is noodzakelijk, omdat de in de inleiding geschetste op zet van waterpassen en hoogtemeten een principiële fout bevat. We defini eerden nl. een hoogteverschil als een lengtemaat, terwijl we het ont breken van hoogteverschil (waterpassen) definieerden als het hebben van dezelfde potentiaal (arbeidsvermogen). Beide definities zijn slechts 82 Fig. 11 Fig. 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 83