dan met elkaar in overeenstemming, indien de equipotentiaalvlakken
tevens equidistant zijn. Als dit echter niet het geval is, wordt de grootte
van het hoogteverschil van twee punten onzeker. Zie fig. 11men kan
waterpassen van A naar B', dan is het hoogteverschil volgens onze defi
nitie BB'; men kan echter ook waterpassen van B naar A', dan zou het
hoogteverschil AA' worden. Zijn AA' en BB' niet gelijk, dan blijkt dus
het hoogteverschil afhankelijk van de gekozen waterpasroute.
In dit geval is echter de arbeid, nodig om de massa-eenheid van A naar
B te brengen wel onafhankelijk van de gekozen route; we zouden dus
onze hoogteverschillen niet moeten uitdrukken in lengtemaat maar in
arbeid. Voor de berekening van deze arbeid is nodig kennis van de ver
snelling van de zwaartekracht langs de gekozen route (arbeid massa X
X versnelling X weg).
De behandeling van de gravimeter behoort in een ander hoofdstuk van
dit boek. Overigens is kennis van de versnelling van de zwaartekracht
overbodig indien men zich uitsluitend tot waterpassen zou beperken,
dus een niveauvlak zou volgen. Daarom is in een vlak land als het onze
de gravimeter voor de waterpassing en hoogtemeting van weinig belang.
83