Moge 1960 als laatste jaar van het vierde lustrum van het Landmeet
kundig Gezelschap „Snellius" voor de geodeten een opmerkelijk jaar
zijn, er is dit jaar bovendien een gebeurtenis te herdenken die van niet
geringer belang is dan het twintigjarig bestaan van „Snellius". Een ge
beurtenis die plaats moest vinden opdat „Snellius" als landmeetkundig
gezelschap kon ontstaan.
Zoals in het algemeen de huwelijksvoltrekking voorafgaat aan de ge
boorte van een kind, zo moest ook in geodetisch opzicht een verbintenis
aangegaan zijn, voordat „Snellius" kon worden geboren. Deze verbinte
nis, dit huwelijk, vond plaats door de instelling van de studie voor civiel-
landmeter met ingang van 1 september 1935 aan de Technische Hoge
school. Zonder verder op het polygamistische karakter van de T.H. in
te gaan (zij was immers in nog meer van dergelijke „huwelijken"
partnerin) kan worden vastgesteld, dat na 5 jaar het Landmeetkundig
Gezelschap „Snellius" werd geboren.
Nu is het geen gewoonte om bij de viering van de twintigste verjaardag
van een kind grote aandacht te wijden aan het vijfentwintigjarig huwe
lijksfeest van zijn ouders, dat enige maanden geleden gevierd had moeten
worden. Maar het zijn juist de laatste vier woorden van de vorige zin,
„gevierd had moeten worden", die voor mij aanleiding zijn om nog even
op de belangrijke gebeurtenis van 25 jaar geleden de aandacht te vestigen.
Door de geodetische wereld, ook door het kind „Snellius", is noch in
woord, noch in geschrift melding hiervan gemaakt. Het enige persbericht
verscheen in de rubriek „25 jaar geleden" van een advertentieblaadje, de
Delftse Post, dat huis aan huis gratis wordt verspreid. Ik geloof dat het
aanmatigend is uit dit feit te concluderen, dat de buitenstaanders meer
belangstelling hebben voor de geodesie dan de landmeters zelf.
Hoe het ook zij, de gevestigde geodeten hebben een kans laten voorbij
gaan tussen alle herdenkingsfeesten in nog een extra feestje te organi
seren en een extra nummer van het Tijdschrift voor Kadaster en Land
meetkunde met artikelen omtrent allerlei problemen aangaande de op
leiding te doen verschijnen. Of zouden zij het heugelijke feit daarom
expres hebben verwaarloosd? Zo niet de studenten. Door de instelling
van de lustrumviering zal geen enkel kroonjaar aan hun aandacht ont
snappen. Met deze lustrumviering presenteert „Snellius" zich opnieuw
aan de buitenwacht, aan hen die met belangstelling kennis zullen nemen
van hun activiteiten. En deze zijn bij de viering van dit lustrum vele:
7