A. Ten behoeve van navigatie van schepen en vliegtuigen.
B. Ten behoeve van kaar tering en ander precisiewerk.
Alleen groep B zal hier besproken worden; de systemen in deze groep
zijn als regel ontwikkeld uit die in groep A.
Naar de aard van de gemeten grootheden, dient onderscheid gemaakt te
worden tussen:
I. Systemen waarbij afstanden gemeten worden.
II. Systemen waarbij afstandsverschillen gemeten worden.
III. Systemen waarmede een azimuth bepaald wordt.
IV. Systemen waarmede een hoek gemeten wordt.
De plaats van de waarnemer ten opzichte van in coördinaten bekende
zenders, kan bepaald worden uit:
1. Twee of meer afstanden.
2. Twee of meer afstandsverschillen.
3. Twee of meer azimuths.
4. Twee of meer hoeken.
5. Combinaties van de bovengenoemde mogelijkheden.
6. Combinaties van de bovengenoemde mogelijkheden met één of
meer, niet langs radiografische weg verkregen, andere meetkundige
plaatsen.
Op een bolvormige aarde levert sub 1 cirkels als meetkundige plaatsen,
sub 2 levert sferische hyperbolen en sub 3 grootcirkels. (In werkelijk
heid dient echter bij enigszins grote projecten rekening gehouden te
worden met de ellipsoïdevorm van de aarde.)
Ingedeeld naar de soort van radio-informatie, onderscheidt men:
a. Impuls-systemen.
Met behulp van een daartoe geschikte zender/ontvanger wordt ter plaatse
van de waarnemer zowel het moment van uitzenden van een korte im
puls radio-energie, als het moment van ontvangst van de echo van een in
coördinaten bekend punt geregistreerd. Uit het tijdsverloop tussen die
twee indicaties en de bekende voortplantingssnelheid van de radiogolven,
volgt dan de afstand waarnemer-object.
Dergelijke systemen worden primair genoemd als de door het object ge
reflecteerde energie ontvangen wordt; die energie kan verhoogd worden
door het object een geschikte vorm te geven (b.v. radar-reflector).
De aldus terug ontvangen energie is echter op enigszins grote afstand zeer
94