122 zwaren tegen de schatting vaak een poging zijn van reclamant om een groter toedelingsrecht te verkrijgen. Het plan van toedeling is in het algemeen het resultaat van een keuze uit meerdere mogelijkheden. Bij een eventueel bezwaar reken ik het tot de taak van de landmeter-deskundige om ook de andere moge lijkheden desgevraagd aan de rechter-commissaris of Rechtbank voor te leggen met de argumentatie, waarom juist de toedeling die ter visie is gelegd is ge kozen en geen andere. Een merkwaardig voorbeeld van een toedeling in één van de herverkavelings- gebieden Zeeland en de behandeling van een bezwaarschrift hiertegen door de Raad van Beroep is het volgende. Een onverdeelde boedel is eigendom van een vader (5/8 deel) en drie kinderen (ieder 1/8 deel) en betreft ongeveer 2 ha grond. De familieverhouding was bepaald slecht en had onder meer tot gevolg dat tegenstrijdige wensen werden uitgebracht. Twee kinderen wensten de grond ongeveer ter plaatse van de inbreng, de vader en het derde kind wensten de grond zo dicht mogelijk bij huis, hetgeen hier betekende op ongeveer 10 km afstand van de ingebrachte grond. De landmeter-deskundige dacht er goed aan te doen aan de wens van vader en één kind tegemoet te komen, daar deze samen voor driekwart gerechtigd waren. Een bezwaar van de andere twee kinderen, samen voor een kwart gerechtigd in de boedel, tegen deze toedeling werd ver wezen naar de Raad van Beroep. Deze besloot aan het bezwaar tegemoet te komen door een kwart ongeveer ter plaatse van de inbreng toe te delen en drie kwart ter plaatse van de toedeling, zoals deze ter visie was gelegd. Voor een goed begrip is het nodig te vermelden dat geen scheiding in de boedel werd aangebracht, maar dat beide kavels ten name werden gesteld van de gehele familie. De Raad heeft dus rekening willen houden met de twee tegenstrijdige wensen. Persoonlijk acht ik dit een zeer merkwaardige uitspraak. De landmeter- deskundige heeft, dacht ik, de oorspronkelijke toedeling krachtig verdedigd en zijn bezwaren tegen de opvatting van de Raad duidelijk gesteld, echter zonder succes. Om praktische en agrarische redenen acht ik deze uitspraak onjuist. Praktisch gezien is het immers onmogelijk om bij de toedeling rekening te houden met alle verschillende wensen die uitgebracht kunnen worden door de gerechtigden van een onverdeelde boedel, ook van agrarisch standpunt bezien

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 119