12
op de inhoud van de studie, op wat er in feite wordt overgedragen.
Zo gaan dan hier enkele randvoorwaarden" over studie en praktijk van
de geodetisch ingenieur in zee. Hoewel in dit geval niet „voldoende"
om een integraal beeld van de „functie" over het gehele gebied der geodesie
te verkrijgen, zijn ze toch „noodzakelijk" en dragen ze bij tot het geven
van een goed beeld van de taak van de geodetisch ingenieur.
Het is verheugend dat door studenten ter gelegenheid van een jubileum
een zo serieuze manifestatie wordt opgezet en tot een goed einde gebracht.
Trouwens het gehele programma van de Lustrumviering getuigt van hard
werken. Het aantal leden van „Snellius", dat een functie heeft in Bestuur,
Lustrumcommissie, Lustrumboekcommissie met de tegenwoordig als
vanzelfsprekend daaraan toegevoegde subcommissies doet vermoeden dat
een groot percentage van de nog geen honderd leden tellende studie
vereniging bij haar activiteiten daadwerkelijk is betrokken. En al wie van nabij
de werkzaamheden van de vereniging gedurende de laatste vijfjaren heeft
meegemaakt, bestaande uit lezingen, binnen- en buitenlandse excursies,
voorlichting van aankomende studenten en het uitluiden van hen die hun
studie hebben voltooid, zal dit kunnen bevestigen.
Aan „Snellius" onze hartelijke gelukwensen. De banden met de onderafdeling
der geodesie werden reeds tijdens de voorbereidingen en zullen evenzeer
tijdens de festiviteiten nog weer nauwer worden aangehaald.
Om tenslotte toch weer terug te komen bij de in het begin genoemde
gedenkplaten: Moge het opschrift van de gedenksteen van Snellius - volgens
de gewoonte van zijn tijd in superlatieven gesteld - thans met enige
variatie worden toegepast op het springlevende Gezelschap „Snellius":
„Het allerberoemdste, het ijverigste en het waardigste Gezelschap „Snellius",
de oogappel van alle geodetische studenten aan de Technische Hogeschool
en van alle geodeten in Nederland, heil!"
Voorzitter van de onderafdeling
der Geodesie (1962-1965)