143
provincie St. Elisabeth. De hoofdstad van deze provincie, Black River, is genoemd
naar de gelijknamige rivier, die hier in zee uitmondt. De Black River ontspringt
hoog in de bergen en heeft een groot vanggebied. In de regenperiode voert
ze veel water af. Bij Lacovia passeert ze een nauwe kloof, die in de regentijd
als een stuwdam werkt, waardoor het Upper Morass tijdelijk als boezemgebied
dienst doet. Dit veroorzaakt grote overstromingen, waardoor landbouw en
veeteelt onmogelijk zijn. Ten zuiden van deze moerassen liggen de hogere
gronden, de zgn. Pedro Plains. Een vreemde naam, want het terrein is zeer
onregelmatig en zeker niet vlak.
De beide moerassen beslaan een oppervlakte van 25.000 ha, waarvan circa
10.000 ha zuiver moeras. De provincie St. Elisabeth heeft een oppervlakte van
140.000 ha, waarvan een groot gedeelte tussen de 300 en 1000 m hoogte ligt
en bestaat uit kale rotsen. Het is duidelijk, dat de 10.000 ha moeras en de
15.000 ha vlak land, waarvan de waterhuishouding sterk wordt beïnvloed door
de moerassen, nadelig zijn voor de landbouwkundige ontwikkeling van dit deel
van Jamaica. De Pedro Plains met een oppervlakte van 12.000 ha versterken dit
nog, want zij zijn het droogste gebied van het eiland.
De bewoners van de drie genoemde gebieden zijn arme, hardwerkende mensen.
Onder de huidige omstandigheden hebben zij geen mogelijkheden om tot een
behoorlijk levenspeil te komen. Zij waren zeer geïnteresseerd in ons werk en
gaven alle steun, die nodig was om de studie te kunnen verrichten.
Voor een juiste indruk van de vraagstukken, die zich voordeden bij deze studie
zal ik in het kort de belangrijkste problemen behandelen aan de hand van een
geschematiseerd voorbeeld.
In het moeras bestaat een evenwicht tussen het grondwater en het oppervlakte
water. Bij drooglegging daalt het water in de moerassen, waardoor het be
staande evenwicht wordt verstoord. Speciaal in het Lower Morass is dit van
belang, want de waterspiegel daalt tot beneden het zeeniveau. Het water zal
trachten de evenwichtstoestand te herstellen. Het zal gaan bewegen zoals door
de pijlen in figuur 2 is aangegeven. Dit is mogelijk, omdat de ondergrond
bestaat uit poreuze kalkrotsen.
Zijn deze rotsen bedekt met een laag klei, dan kan het grondwater niet aan
de oppervlakte komen en zal er na drooglegging geen kwel ontstaan. Voor