146
een kleilaag onder het veen, is het van belang het veen zo lang mogelijk te
behouden. Immers na verbranding van de veenlaag blijft er een kale rots over.
In dit gebied zal de grondwaterstand dus hoog moeten zijn. Een hoge grond
waterstand voorkomt bovendien een te sterke kwel, hetgeen de bemaling te
kostbaar zou maken. Deze gronden zijn geschikt voor grasland.
De waterbouwkundige moet de oorzaak opsporen, waarom de beide moerassen
niet ontwateren. In de eerste plaats heeft hij hiervoor hoogtekaarten nodig.
Verder is het voor hem van belang te weten waar het water in het moeras
vandaan komt (regen, kwel, rivieren) en hoeveel water hij in korte tijd zal
kunnen verwachten. Hij zal het vanggebied moeten bepalen van de rivieren
die in het moeras uitstromen, regencijfers analyseren en de hoeveelheden water
meten, die de rivieren aanvoeren en afvoeren. Verder moeten er lengte- en
dwarsprofielen worden gemeten. In overleg met de geohydroloog en de bodem-
kundige zal hij vaststellen welke gebieden voor drainage in aanmerking komen
en welke gebieden, door hun ligging, bij extra hoog water tijdelijk als boezem-
gebied dienst kunnen doen. Verder zal hij plannen opstellen voor de kanalisatie
en voor de ontsluiting van het gebied door nieuwe wegen.
Dan komt ook de agro-econoom op de proppen, die heeft bestudeerd aan welke
produkten de meeste behoefte bestaat. Samen met de bodemkundige bepaalt
de agro-econoom, afhankelijk van de gewenste grondwaterstand en de grond
soorten, welke produkten verbouwd kunnen worden. Vervolgens kan hij een
raming maken van de opbrengst. De vergelijking van de raming van de op
brengst en de kostenraming bepaalt het economisch nut van het uitvoeren van
het project. Uiteraard is het economisch nut niet de enige overweging. Politieke
en sociale belangen spelen eveneens een grote rol, evenals de volksgezondheid.
We kunnen de studie verdelen in drie fasen:
1. het verzamelen van basisgegevens;
2. het opstellen van plannen en het testen op hun juistheid;
3. het uitwerken van de plannen en het samenstellen van het rapport.
Voor de uitvoering van de eerste fase is de aanwezigheid van alle teamleden
nog niet vereist. De landmeter moet in deze fase de hoogtekaarten en de
topografische kaarten vervaardigen of verzamelen. Bovendien heeft hij in deze