150 terrein en in verband met de tijd, nodig om een baan te kappen. Om de zakking tegen te gaan werden staven van betonijzer van 3 meter lengte in de modder gestoken, waarin ze op kleef bleven rusten. Aan de staaf werd een tafeltje be vestigd, dat op waterhoogte werd vastgeklemd om als referentiehoogte voor de boringen te dienen en om grote meetfouten te kunnen opsporen. Op dit tafeltje werd de baak geplaatst. De resultaten waren, gezien de meetomstandigheden, bevredigend. Sluitfouten van meer dan 3 cm per km enkele waterpassing deden zich niet voor. De vaste punten in het moeras, ter verdichting van het secundaire net, werden langs de rivieren geplaatst. De vaste punten bestonden uit buizen van een legering met geringe uitzettingscoëfficiënt, die zo mogelijk tot op de rots werden geslagen, soms 11 m diep. Het was nodig de buizen te verankeren op de rotsbodem of diep in de klei, omdat het gebruik maken van de kleef in het veen wel geschikt is voor enkele maanden, echter niet voor jaren. Zeker niet als het veen gedrai neerd wordt en onderhevig wordt aan verbranding en klink. De buizen staken, om ze gemakkelijk terug te vinden, ongeveer 75 cm boven het moeras uit (tijdens hoog water kwamen ze soms onder water). Uitgerust met de kennis van de eerste drie maanden en goed voorbereid op de te verwachten moeilijkheden, arriveerden de overige teamleden in jamaica. Daar de werkzaamheden nu in omvang zouden toenemen, werden ons drie ploegen beschikbaar gesteld door het Survey Department, zodat we in totaal zes ploegen in het veld hadden. Hieraan werd gedurende een maand een telluro- meterploeg toegevoegd, belast met paspuntsbepaling in de Pedro Plains, ten behoeve van de vervaardiging van een nieuwe kaart uit de aanwezige lucht foto's. De aanwezigheid van deze ploeg bracht een geodetisch vraagstuk naar voren: het bestaande primaire net gaf te veel verschil met de tellurometer- gegevens, waarbij de laatste juist bleken. Wat nu te doen? Alle coördinaten wijzigen, dus een volledige hermeting, of met het bestaande foute primaire systeem doorgaan, met alle gevolgen van dien. Dit probleem werd in Londen bestudeerd. Voor ons was het probleem eenvoudig: op korte termijn hadden wij hoogtelijnen kaarten nodig op schaal 1:5000 met hoogtelijnen om de 5 foot. Inpassen in het bestaande net was voldoende nauwkeurig voor ons werk. Fairey in Engeland leverde ons binnen vijf maanden de gevraagde kaarten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 147