152 AB Poreuze rots' irond water. Moeras" Fig. 4 Een apart probleem vormden de Pedro Plains. Het gebied is zeer heuvelachtig en slechts in de dalen bedekt met een laag klei (terra rossa). Dit betekende dat een normale irrigatie met kanalen niet mogelijk was. De enige mogelijkheid was het toepassen van kunstmatige beregening. De grondwaterstand is echter zeer laag. Voor het gedeelte A (figuur 4) zou het mogelijk zijn water op te pompen uit het moeras, waarvoor een buizensysteem zou moeten worden aan gelegd. Voor het gedeelte B zou het oppompen van water uit het moeras te kostbaar zijn. Men zal hier putten moeten graven en het water omhoog pompen. Om het economisch nut van het in cultuur brengen van dit gebied te bestuderen werd de 10.000 ha verdeeld in vijf klassen, gaande van ongeschikt tot zeer ge schikt voor landbouw. Van elk gebied werd een klein stukje 10 ha) uitge zocht, dat representatief was voor zijn klasse. De gebiedjes werden onder lei ding van de landmeter onderzocht op de dikte van de kleilaag en de soort klei. Verder moesteen hoogtekaart en een situatiekaart met de plaats van de boringen worden gemaakt. Hieruit konden de bodemkundige en waterbouwkundige, tezamen met de agro-econoom bepalen of het verantwoord zou zijn kostbare irrigatiesystemen toe te passen. Bovenstaande geeft in het kort weer, wat de taak van de geodeet in een team van specialisten is. Het is niet een eng-geodetische taak. ledereen werkt met iedereen samen, elk lid helpt zoveel mogelijk en bemoeit zich tijdens bespre kingen met elk onderdeel. Men krijgt de kans, kennis te vergaren op andere vakgebieden en zijn eigen specialisatie uit te dragen. Dit leidt tot begrip en waardering voor het werk van elk teamlid.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 149