164
De mens en de ruilverkaveling
In wezen komt het erop neer, dat ik schrijven zal over de mens tijdens de uit
voering van werken waarbij geodeten betrokken zijn. Het verheugt mij zeer,
dat de geodetisch studenten behoefte gevoelen over dit onderwerp een artikel
te wijden in hun lustrumboek, een onderwerp waarover nog maar weinig ge
publiceerd is in geodetische geschriften. De enige publikatie die ik in mijn tijd
van voorbereiding heb gevonden is van Mr. Ir. Witvliet, die in het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde van april 1964 o.a. schrijft: ,,Men dient te
bedenken dat het landmeten, evenals andere technische vakken, door mensen
en voor mensen wordt verricht" en even verder: Dit alles vraagt voor de be
oefenaren van de landmeetkunde in haar gehele omvang, met name ook in
internationaal verband, een bezinning op de organisatorische, psychologische
en sociale achtergronden van het vak." (2-blz. 74).
In geschriften van andere aard is wel geschreven over de mens tijdens de uit
voering van de ruilverkaveling en ik wil het begin overnemen van een artikel
„Ruilverkaveling en mens" van de hand van De Leeuw (3-blz. 135):
„Zowel het uitgangspunt als het middelpunt van ruilverkaveling en
streekverbetering is de mens. Verkaveling en verbetering vormen een
technisch proces. Het klinkt ons vreemd in de oren dat de mens zelve
daarbij het belangrijkste is en het technisch proces slechts het bijkom
stige. Bij ruilverkaveling en streekverbetering denken we allereerst
aan grond, water, gebouwen en machines. Toch is dat een omkering
van de waarden, een overwaardering van de techniek, een onderwaar
dering van de mens, die, in dit verband gezegd, als maatstaf van alle
dingen zal moeten gelden.
Voor die mens de aandacht vragen is het doel van deze bijdrage. Wat
gebeurt er met hem bij ruilverkaveling en streekverbetering. Hij
ondergaat een samengesteld proces van veranderingen in hem en om
hem heen. Veranderingen op de eerste plaats in de situatie waarin hij
zich bevindt en ten tweede veranderingen in de mens zelve."
En met dit citaat ben ik gekomen tot de sociologie, de wetenschap van de mense
lijke samenleving, of anders gezegd de menselijke verhoudingen in de maat
schappij tot de maatschappij.