in
Wij zaten met zijn allen in de grote collegezaal wat onwennig in onze nieuwe
omgeving en vóór ons stond een oude professor en sprak ons vermanend toe.
Het is een beeld, dat voor mij altijd verbonden blijft met de herinnering aan
het begin van mijn Delftse studietijd. Weliswaar herinner ik mij de woorden
niet meer, maar ik hoef mijn ogen maar te sluiten, om de klank ervan weer te
kunnen beluisteren, hoe ze ons volkomen op ons gemak stelden en hoe er een
oprechte blijdschap en hartelijk welkom in doorklonk.
Het duurde enige tijd voordat wij erachter kwamen, dat deze professor geen
professor was. Hij heette heel gewoon mijnheer Haasbroek" en dat was een
merkwaardige ontdekking, want hij voldeed geheel aan het beeld dat wij ons,
in onze jongensjaren, van een professor hadden gevormd. Zo werd hij dus al
vroeg voor ons mijnheer Haasbroek" en dat is hij gebleven.
Enkele maanden geleden - het einde van mijn studententijd kwam nu in het
verschiet - zaten wij weer met zijn allen in een collegezaal, een andere, veel
grotere ditmaal en in plaats van een handjevol eerstejaars was er dit keer een
publiek, zó groot, dat de zaal hen niet allen kon bevatten. Vanaf de eerste
volbezette rijen tot in het gangpad in de uiterste hoeken van de zaal, ja zelfs
op de gang stonden er mensen te kijken door de kieren van de deur. Het was
waarschijnlijk het grootste auditorium, waarvoor hij, mijnheer Haasbroek, ooit
een college heeft mogen geven. Van heinde en ver waren de mensen toege
stroomd, om dit te kunnen meemaken, hoe hij weg zou gaan van de T.H., met
een laatste college als afscheidsgroet.
Kon het anders zijn, dan dat het laatste college zou handelen over zijn lievelings
onderwerp, de Nomografie? Zo nam hij ons allen mee op een wandeling door
de tuin van de nomografie; te beginnen bij het eenvoudigste gras, vervolgens
de meer ingewikkelde soorten en tenslotte een bonte opeenvolging van prach
tige struiken en bloemen. En inderdaad, lijnennomogrammen kunnen iets in
zich hebben van struikgewas en soms kunnen puntennomogrammen mooi zijn
als bloemen. Tenslotte nam hij ons mee naar één van zijn laatste, met veel zorg
gekweekte orchideeën, het ,,ruimtenomogram".
Toen eindelijk het licht in de zaal weer aanknipte, hadden we allemaal even tijd
nodig, om terug te komen uit die wereld, waar we zojuist als vogels doorheen
waren gevlogen. Had hij één of twee uur gesproken Eén ding was zeker: