20 zakenrecht, die tussen onroerende zaken als registergoederen en roerende zaken als niet-regjstergoederen, haar grondslag verliezen. Die hoofdonderscheiding steunt weliswaar primair op een belangrijk fysisch verschil tussen onroerende en roerende zaken, te weten de onverplaatsbaarheid van het land en in mindere mate ook van hetgeen met dat land mechanisch, organisch of functioneel verbonden is. Het is de onverplaatsbaarheid van de grond of liever van het grond opper vlak, welke een dusdanige identificatie van onroerende zaken mogelijk maakt, dat daarvan registratie - beschrijving van de zakelijke rechtstoestand in voor het publiek toegankelijke registers - mogelijk is. Zou de grond zelf onverplaatsbaar en dus onveranderlijk zijn, dan zou die openbare registratie misschien nog met fysische omschrijvingen van de onroe rende zaken kunnen volstaan. Doch de fysische hoedanigheid van land is van de ene dag op de andere zó vatbaar voor totale verandering - men denke aan de Zeeuwse overstromingsramp - dat daar op den duur geen juridisch touw aan vast te knopen is. Slechts de kadastrale landmeetkunde is bij machte met vol doende wiskundige nauwkeurigheid het aardoppervlak volgens het verloop der zakelijke rechtsgrenzen in kaart te brengen zó, dat die grenzen met voldoende juridische zekerheid te allen tijde ook in een totaal veranderd terrein kunnen worden uitgezet. Wat het kadaster na de ramp voor Zeeland heeft betekend, is niet in geld uit te drukken. Zonder landmeetkundige hulp zou vaak geen behoorlijk herstel van grondbezit en grondgebruik, laat staan een algehele herverkaveling daarvan, mogelijk zijn'geweest. Wil men voorts weten, wat de genoemde hoofdonderscheiding voor onroerende zaken privaatrechtelijk zoal betekent? Wel een rechtsregiem, dat op vele strate gische punten fundamenteel verschilt van het regiem der roerende zaken: ken baarheid van de rechtstoestand voor derden; eigendomsbescherming; eigen- domsverkrijging (overdracht, natrekking, aanwas en afslag, onteigening, ruil verkaveling en straks wellicht kadastrale hermeting); bezitsbescherming; bezits- verkrijging; zakelijke gebruiksrechten (erfdienstbaarheden, erfpacht, opstal recht, beklemming, vruchtgebruik, gebruik en bewoning, oude zakelijke rech ten); zakelijke zekerheidsrechten (hypotheek, grondrente); persoonlijke ge bruiksrechten (pacht en huur); wettelijke eigendomsbeperkingen; jurisdictie. Kortom, te veel om hier zelfs maar bij benadering uit te werken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 19