de jacobsstaf Het is merkwaardig, dat op het embleem van ons gezelschap een jacobsstaf staat afgebeeld. Waarschijnlijk is dit instrument nooit door een landmeter gebruikt. Voor de zeevaarder rond het jaar 1550 was het echter een instrument waarmee hij voldoende nauwkeurig zijn positie kon bepalen. Teneinde iets te vertellen over de ontwikkeling van de hoekmeetinstrumenten is het noodzakelijk een heel eind terug te gaan in de geschiedenis. Het oudst bekende voorbeeld van een hoekmeetinstrument is het astrolabium. Dit werd gebruikt in Babylonië omstreeks 700 v. Chr. Het British Museum te Londen beschikt over een vrij gaaf exemplaar uit deze tijd. Het bestaat uit een ronde, van klei gebakken vlakke schijf, waarop in poolcoördinatenstelsel door inkervingen de sterren hemel is vastgelegd, die toen in Babylonië zichtbaar was. De sterrenbeelden Grote Beer en Orion zijn er op terug te vinden. Het astrolabium moet heel lang gebruikt zijn. De opvolger hiervan, het bolvormige astrolabium, gebruik ten de astronomen in de vijftiende eeuw. Het Museum of the History of Science in Oxford is in het bezit van een bolvormig astrolabium, daterend uit het jaar 1450. In de tussenliggende eeuwen hebben de ,,wal"astronomen stukje voor stukje de geheimen van de sterrenkunde voor de plaatsbepaling ontleed. Het zijn de zeevarenden geweest die haar voor hun navigatie hebben beproefd. Deze astronomische kennis en het magnetisch kompas maakten de grote ont dekkingsreizen na 1470 mogelijk. Behaïm introduceerde een nieuw hoekmeetinstrument, de zeering of zeeastro labium op de Portugese vloot. Columbus, die zijn ervaring als navigator en kaartenmaker had opgedaan heeft de zeering geregeld gebruikt. Op zijn vier ontdekkingsreizen naar Amerika en West-lndië schrijft hij in het journaal, dat hij hiermee de hoogte van de Noordster meet. De uitkomsten waren helaas niet erg nauwkeurig. Dit kwam doordat een schietlood de richting van de verticaal moest weergeven en dat zal op de kleine beweeglijke schepen van toen niet eenvoudig geweest zijn, zeker niet op hoge breedten, waar veel slecht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 202