213
Donderdagavond, 16 februari vertrok de groep per D-trein uit Nederland. Het
gezelschap telde 39 personen, waaronder prof. R. Roelofs en prof. ir. G. J. Bruins.
De reservering besloeg bijna een hele (N.S.)couchette-wagon.
Na een prachtige reis arriveerden we vrijdag 17 februari 12.40 te Milaan.
Daar werden we ontvangen door een delegatie van de T.H. Per bus ging het
daarna naar het hypermoderne jeugdhotel ,,Ostello Pierro Rotta", dat geheel
aan de buitenkant van de stad bleek te liggen; we werden vergezeld door twee
Milanese studenten, die ook de eerstvolgende dagen in ons gezelschap bleven,
om ons wegwijs te maken. Een zeer gewaardeerd initiatief.
Zaterdagmorgen 18 februari om half tien, werden we ontvangen op de fabriek
met de naam „Societa Filotecnica Salmoiraghi'\ door de directeur en twee
assistenten. De rondleiding voerde ons eerst langs verschillende fabricagehallen
voor allerlei produkten; tenslotte bereikten we de geodetische afdeling. We
zagen de volgende subafdelingen: graveren van o.a. theodolietranden, optisch
slijpen, topografische instrumenten en eindcontrole.
Op de zaterdagmiddag en -avond werd de kennismaking met de stad voortgezet;
het bleek dat er nog carnaval gevierd werd en dat was voor vrijwel alle leden
van het gezelschap aanleiding om in ieder geval veel wijn te drinken.
Op zondag 19 februari werd ons door de Milanese studenten een rondrit per
bus door stad en omgeving aangeboden. Bezoeken werden gebracht aan de
Kathedraal van Milaan (in- en uitwendig), het „Pinacoteca di Brera" (een schil
derijenmuseum met een briljante collectie), het grote kasteel in het centrum
van de stad, de Scala, en de „Ydroscala" (een recreatiegebied met meren etc.
buiten de stad).
Maandag 20 februari bezochten we de Technische Hogeschool van Milaan. We
werden ontvangen door de Rector-Magnificus c.s., waarna een rondleiding begon
langs verschillende afdelingen, eindigend bij de afdeling geodesie. We zagen de
afdelingen: fotogrammetrie, ijken, gravimetrie, tijdmeting en tijdregistratie.
Voor dinsdag 21 februari stond op het programma een tocht naar het Alpen
gebied ten noorden van Milaan; er zou een bezoek worden gebracht aan een
stuwdam, 's Morgens om 6.00 uur vertrokken we per bus. De dam was gebouwd
nabij de Splügen-pas, op de grens van Italië met Zwitserland. De rit ging eerst
langs het Comomeer, om vervolgens de bergen in te gaan tot aan Campodolcine,