236 onze plaats gescheiden was door een met sneeuw bedekte gletsjer. Het opper vlak was goed begaanbaar, doch niet betrouwbaar. De scheuren waren namelijk volgesneeuwd en het was dus zaak om de eerste tocht gewapend met pikhouweel en touw met z'n tweeën te maken. Even een signaal opzetten kostte ruim 2 uur. Terwijl wij bij een temperatuur van —10 tot 15 °C, een barometerstand van 625 mm en een wind van 5-6 Beaufort onze werkzaamheden verrichtten, vloog het Cessna vliegtuig op een hoogte van 4000 m een aantal fotostrips van het Sör Rondanegebergte. Voor dit doel was in de zijwand van het toestel een normaalzicht Zeiss-filmcamera aangebracht. Het uit zonswaarnemingen bepaalde punt moest bij de uitwerking der luchtfoto's als paspunt fungeren en dienten gevolge dus duidelijk gesignaleerd worden. De natuur leverde daarvoor het materiaal. Van een aantal zwarte stenen maakten we in de sneeuw een kruis van 6x6 m; het goede contrast zorgde voor een uitstekende zichtbaarheid vanuit de lucht. Dank zij goed weer kreeg het eerste gedeelte van het werkprogramma binnen de voorgeschreven tijd zijn beslag. Geheel anders was dit met de tellurometer- metingen. Zware storm, tijd- en brandstofgebrek en ontoegankelijkheid van geschikte opstelpunten maakten het niet mogelijk de geplande afstanden te meten. Slechts één afstand van 30 km kon bepaald worden en zelfs deze ene meting was nog behept met een reflectie van maar liefst 25[xsec; met dit laatste weliswaar door overmacht teleurstellende resultaat kwam het einde van het werk in Antarctica. Zoals reeds gezegd vergde het werk in Antarctica veel tijd. De natuur zorgde voor het meeste oponthoud. Dat gold ook voor het bereiden van maaltijden. Al het voedsel was diepgevroren. Vandaar dat gedurende de vaak lange werk dagen slechts twee keer een maaltijd gebruikt werd. Voor het overige leste sneeuw de dorst en stilden chocolade en harde worst de honger. Dit laatste is slechts één voorbeeld van al hetgeen, dat door de omstandigheden gedwongen afweek van het levenspatroon in ons land. Juist dat afwijkende levenspatroon tezamen met het avontuurlijke en tevens verantwoordelijke werk waarborgden de aantrekkelijkheid van een verblijf in het verlaten en toch sfeervolle Ant arctica. J. A. J. VAN DER SALM

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 231