239 Het omvangrijke programma bestond uit de volgende waarnemingen. Dieptemeting. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een nauwkeurig echolood (precision depth recorder van Keivin Hughes) met een rechte schaal, in te stellen op verschillende bereiken. Om correcties te kunnen aanbrengen voor verschillen in de voortplantingssnelheid van het geluid in het water, die het gevolg zijn van variaties in de temperatuur en in het zoutgehalte, moeten deze laatste twee bekend zijn. Oceanografische serie-metingen. Deze dienen om (op het station) de tem peratuur en het zoutgehalte van het water te bepalen, vanaf het zeeoppervlak tot aan de bodem. Met behulp van een lange lijn (de oceanografische draad) waaraan op bepaalde gekozen afstanden omkeerwaterscheppers voorzien van omkeerthermometers (Nansen-bottles) bevestigd zijn, wordt de temperatuur op de betreffende diepten gemeten (in 0,01 °C nauwkeurig) en wordt tegelijk een aantal watermonsters op al die diepten genomen. Zwaartekrachtmetingen. Continu werd onderweg de grootte van de ver snelling van de zwaartekracht ggemeten met een zeegravimeter (fabrikaat Askania). Op het vasteland is de waarde van g, die van plaats tot plaats enigszins verschillend is, over grote gebieden voldoende nauwkeurig bekend, maar op zee is dit nog niet het geval, vanwege de grote moeilijkheid om deze grootheid op zee te meten. Een betere kennis van het zwaartekrachtveld van de aarde kan iets leren over de juiste vorm van de aarde en de problemen die daarmee verband houden (traagheidsnavigatie bijvoorbeeld), en over de structuur van de aardkorst. Aangezien deze metingen moeten gebeuren met een instrument dat uitstekend gestabiliseerd is voor wat betreft de scheepsbeweging, was het tot voor enige jaren alleen maar mogelijk om waarnemingen op zee te doen in een onderzee boot met een apparaat, ontworpen door prof. Vening Meinesz, doch de laatste jaren is men er in geslaagd een gravimeter te ontwikkelen die ook op opper vlakteschepen gebruikt kan worden. Hoge eisen worden gesteld aan de servo- mechanismen ervan, en aan de temperatuur van de meetruimte, die zo constant mogelijk moet zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 234