24 zo weinig betrokken is in het algemene planologische werk. Hoe komt het, dat deze academicus, wiens basisopleiding zo sterk op de ruimtelijke en juri dische aspecten van de grond gericht is, wél van meet af aan werd ingeschakeld bij cultuurtechnische en civieltechnische projecten en niét bij de ruimtelijke ordening in ruimere zin? Waarschijnlijk is dit verschil historisch te verklaren. Vanouds bestond er, zowel in de opleiding als maatschappelijk, een koppeling tussen cultuurtechniek, civiele techniek en geodesie, waarbij de ruimtelijke aspecten der uit te voeren werken varieerden van groot (infrastructuur) tot klein (bedrijfsstructuur), terwijl de geodeet behalve voor een landmeetkundige ook voor een juridische inbreng zorgde. De planologie heeft zich echter maat schappelijk ontwikkeld van het kleine (uitbreidingsplan) naar het grote (ge meentelijk bestemmingsplan, streekplan, nationaal plan c.q. beleid) en tech nisch van het zuiver (stede)bouwkundige naar een groeiende samenwerking met andere technici, waaronder op den duur ongetwijfeld ook de geodeet zijn plaats zal innemen. Wanneer men bedenkt, dat ruimtelijke ordening uiteindelijk via een gemeentelijk bestemmingsplan moet worden gerealiseerd en dat zo'n plan hoofdzakelijk bestaat uit een of meer kaarten met een verordening, waarin de juridische betekenis van die kaarten is aangegeven, dan zal het duidelijk zijn dat de geodeet, die cartografische én juridische kennis in zich verenigt, bij de voorbereiding en uitvoering van zo'n plan nuttig werk kan doen. Met name worde hier ook aan het gemeentelijk grondbedrijf gedacht. Bij de provinciale streekplannen spreekt dit alles zelfs nog sterker, nu deze in grote gebieden van ons land gecoördineerd moeten worden met ruilverkavelingsplannen. Wanneer de provincies deze coördinatie daadwerkelijk in eigen hand willen houden, zullen zij ook hun planologische diensten moeten toerusten met cultuurtech nische en geodetische deskundigen, die als tegenspelers van de Cultuurtechnische Dienst en de Kadastrale Ruilverkavelingsdienst kunnen fungeren. Bij de Rijks planologische Dienst heeft onlangs de eerste geodeet zijn intrede gedaan. Ik kom nu tot de invloed, die de bovengeschetste rechtsontwikkeling heeft gehad en moet hebben op de vereiste rechtskennis van de geodetisch inge nieur. Kort samengevat gaat het hier om een vrij gedegen kennis van het publiek- en privaatrecht met betrekking tot de grond en zóveel fundamenteel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 23