De NAP-baak met voorzetprisma
W. v. d. KAMP N.V.
Directe N.A.P./hoogteaflezingen bij waterpassingen.
Bij het gebruik van de N.A.P.-baak met VOORZETPRISMA, komt de gehele
omrekening van afgelezen bedrag naar hoogtecijfer bij waterpassingen te
vervallen. In één keer wordt de hoogte t.o.v. N.A.P. of elk ander gewenst
peil afgelezen, ook beneden nul.
De N.A.P.-baak is voorzien van een band, die door middel van een slinger
tje op- en neerwaarts verschoven kan worden, waardoor in een bepaald
vakje een gewenst getal kan worden afgelezen.
Het voorzetprisma heeft tot doel de vizierlijn op de cm en mm te kunnen
stellen. Dit geschiedt door het draaien van het prisma, waardoor een even
wijdige verschuiving op- of neerwaarts tot stand komt.
De grootst mogelijke verschuiving is 11 cm, hetgeen ruimschoots voldoende
is om alle gewenste aflezingen binnen een decimeter te kunnen realiseren.
Wordt b.v. uitgegaan van een in hoogte bekend punt, 7.304 N.A.P., het
geen ook een aangenomen hoogte kan zijn indien men niet aan N.A.P. ge
bonden is, dan wordt de N.A.P.-baak op dit punt geplaatst en moet de band
van de baak zodanig worden verschoven, dat op vizierlijnhoogte het cijfer
73 globaal kan worden afgelezen. De nauwkeurige cm-aflezing kan dan
geschieden door draaiing van het voorzetprisma totdat de vizierlijn samen
valt met het af te lezen getal 7.304; de opname kan dan beginnen.
Men kan dan in één keer alle hoogten t.o.v. N.A.P. of ander gewenst peil
aflezen.
Het uitschakelen van de tot nu toe onvermijdelijke omrekeningen bespaart
tijd en een bron van fouten.
Waterpasinstrument met voorzet
prisma.
LANDMETERSBENODIGDHEDEN
v. Diemenstraat 11 - Den Haag
- Tel 399208 - 320981
De band van de baak, die t.o.v. de
vizierlijn wordt ingesteld, waarna
het voorzetprisma kan worden
voorgedraaid en het opnemen kan
beginnen.