40 Wie maken de plannen? Uit dit korte overzicht blijkt duidelijk, dat ieder totaal-plan voor ruimtelijke ontwikkeling te maken krijgt met een grote veelheid van elementen. Op ieder bijzonder vakgebied heerst een eigen discipline, die beheerst wordt door eigen deskundige specialisten. De taak van de stedebouwkundige bestaat hierin, dat hij uit de veelheid van elementen een samenstel of compositie moet opbouwen, die een eenheid is. Hij moet het gezichtsveld van alle specialisten verruimen en hun aandacht vragen voor de harmonie van het gehele orkest. Wanneer er con flicten ontstaan tussen specialistische vakdisciplines moet hij de belangen tegen elkaar afwegen in het kader van het totale ruimtelijk beeld. Hij zal grote eerbied moeten hebben voor de speciale disciplines, maar toch niet mogen aarzelen om desnoods in te grijpen omwille van het geheel. Binnen de ruimtelijke ordening behoort hij hoger gezag te bezitten dan de gezamenlijke specialisten, omdat het ruimtelijk geheel meer is dan de optelsom der delen. Hij ontleent zijn gezag in de eerste plaats aan zijn deskundigheid op het gebied van de wetten der ruimte lijke harmonie, die zelf een geïntegreerd onderdeel vormt van het algemene welzijn. Hij is daarom de onmisbare raadsman van iedere magistraat die een bepaald gebied bestuurt, hetzij gemeente, agglomeratie, provincie of land. De stedebouwkundige habitus De stedebouw is een zeer veelzijdig vak, dat vraagt om voldoende gespeciali seerde kennis op velerlei gebied; het vraagt het vermogen om veel verschijn selen te kunnen opnemen, maar vooral om ze te analyseren en te doorgronden. Minstens even belangrijk is voor een stedebouwer echter het noodzakelijke ver mogen tot synthese, zowel in verstandelijke als creatieve zin. Hij moet een man zijn van wetenschap en tegelijkertijd een macro-architect, die een grote visie kan ontwerpen. Omdat al deze vermogens slechts zelden in één man aanwezig zijn, zal dikwijls de samenwerking van enige mensen nodig zijn om het goede resultaat te bereiken. In de praktijk van het vak komt dit meestal neer op een innige samenwerking van stedebouwkundige onderzoekers en stedebouwkun dige ontwerpers, die in wederzijds respect voor hun specifieke taken elkaar goed aanvullen. Wie thuis is in de praktijk van de ruimtelijke ordening weet ook, dat hieruit een vruchtbare wisselwerking kan ontstaan, die b.v. doet denken

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 39