uit de Mientag tussen de berekening en de vorm van een te bouwen brug.
41
Het is niet mogelijk een brug te berekenen, die niet getekend is; het is even
min mogelijk een brug te tekenen zonder enige ervaring in de sterkteleer.
Terecht sprak wijlen Prof. Van Lohuizen in zijn inaugurale rede over de eenheid
van het stedebouwkundig werk.
Waar komen de stedebouwkundigen vandaan?
Wanneer wij uitgaan van het onderscheid tussen onderzoekers en ontwerpers,
kan worden gesteld dat eerstgenoemden meestal voortkomen uit de universitaire
wereld, waar de „planologie" zich begint te ontwikkelen, vooral in samenhang
met geografie en sociologie. Ook de Afdeling der Weg- en Waterbouwkunde
van de Technische Hogeschool heeft sinds kort een afstudeerrichting in de
„planologie", doch heeft reeds jaren lang verscheidene civiel-ingenieurs opge
leid, die zich tot voortreffelijke onderzoekers hebben ontwikkeld. De stede-
bouwkundige ontwerpers komen in ons land meestal voort uit de Bouwkundige
afdeling van de Technische Hogeschool, waar sinds 1947 een afstudeerrichting
in het „stedebouwkundig ontwerpen" bestaat, waarin het vormgevend element
een primaire rol speelt. Het is in verband hiermede zeer begrijpelijk, dat de
onderzoekers zich gaarne planologen noemen en de ontwerpers stedebouw
kundigen.
Een lustrumwens
De stedebouwkundige heeft uiteraard behoefte aan goed kaartmateriaal en eert
de geodeet als zijn onmisbare helper. Er zijn ook geodeten met bijzondere
belangstelling voor de stedebouwkunde, waarin zij hun blik kunnen verruimen.
Ik zie echter in de vakken van deze twee werelden één gemeenschappelijke
factor, die beide boeit. Het scheppen van harmonie door stedebouwkundigen
is het geven van maat en verhouding aan ruimtelijke en stoffelijke elementen.
Maat en verhouding zijn ook de eigen objecten van de geodeten.
Ik hoop, dat na dit lustrum de band tussen geodeten en stedebouwkundigen in
hoge mate zal worden versterkt.