56
cultuurtechnici opgemaakt. Hetzelfde geldt voor andere recreatieve voorzie
ningen die meer en meer in de verbeteringsplannen worden geïntegreerd.
Een andere indeling van de cultuurtechniek kan gemaakt worden op grond
van de intensiteit van de ingreep. Ontginningen hebben dan betrekking op het
omzetten van de „natuurlijke omgeving" (woeste grond, water) tot cultuur
grond terwijl verbeteringen zich richten op bestaand cultuurland. Terwijl de
ontginningen steeds als eerste doel hebben de landbouwproduktie uit te breiden,
zijn de verbeteringen deels gericht op produktie-uitbreiding, deels op kosten
verlaging van de bestaande produktie.
Tot aan de twintigste eeuw is de beschavingsgeschiedenis van de mensheid be
geleid door, ja zelfs uitvloeisel van een bepaalde vorm van cultuurtechniek.
Want pas een overschot aan landbouwprodukten bij een groeiende bevolking
kon leiden tot de luxe van de bewonderenswaardige culturele hoogtepunten
van het verleden.
De vroegste grote nederzettingen in de rivierdalen van het Nabije en Verre
Oosten richtten zich op het overwinnen van droogte door irrigatie. Deze
„hydraulische" beschavingen werden opgevolgd door de Grieks-Romeinse cul
tuur, waar de terrassenbouw op de weerbarstige hellingen leidde tot de mini
mumvoorwaarde van zijn bestaan. De daarna volgende verschuiving van het
culturele centrum naar West-Europa was in eerste instantie mogelijk door de
betrekkelijk eenvoudige ontginning van bossen, later gevolgd door overwinning
van wateroverlast door af- en ontwatering. De laatste periode zou men die van
de „hydrologische beschavingen" kunnen noemen. Hun zwaartepunt lag in
Noord-Duitsland en Nederland.
De strijd om uitbreiding van produktie voor een snel groeiende bevolking
heeft zich al in het laatst van de negentiende eeuw, maar vooral in onze eeuw
gewijzigd door drie omstandigheden.
Ten eerste kon voor lange tijd aan dreigende voedseltekorten tegemoet worden
gekomen toen in het grote middengebied van de Verenigde Staten van Noord-
Amerika een ongekende rijkdom aan goede, gemakkelijk ontginbare gronden
in gebruik werd genomen door Europese emigranten.
Ten tweede leidde de industriële ontwikkeling in de negentiende eeuw tot de
fabricage van een aantal middelen om de plantengroei te bevorderen en te