60 waarin tot uiting komt dat het neerslagtekort van een gemiddeld jaar als irri gatiewater moet worden aangevoerd. Deze eerste benadering geeft uiteraard slechts een globale orde van grootte en kan in een bestaand ontwateringsgebied respectievelijk irrigatiegebied in formatie geven over de verdamping, aangezien regenval en drainage, respec tievelijk regenval en irrigatie gemakkelijk gemeten kunnen worden. Zo'n infor matie kan daarna gebruikt worden in een nieuw te ontwikkelen gebied met ongeveer vergelijkbare omstandigheden om de hoeveelheid drainage- respec tievelijk irrigatiewater te voorspellen. Een dergelijke vergelijking, aangevuld met een term voor de kwel, werd in Nederland gebruikt door Elink Sterk om de hoeveelheid kwelwater te meten die vanuit en van onder de duinen in de Haarlemmermeerpolder binnenkwam. Maar in feite laat het gebruik van een jaarbalans het gehele verloop van de waterhuishoudkundige situatie binnen het jaar in het midden, met andere woorden het is niet bekend in hoeverre gedurende een zo lange periode het gewas op ieder moment aan zijn trekken komt. Daarvoor is nodig dat water balansen over veel kortere perioden worden opgezet en dan is zeker de water voorraad in de grond niet langer constant. Verder staat meestal noch in afwate- rings- noch in irrigatiegebieden vast dat de aan- of afvoer van water door de diepe ondergrond verwaarloosbaar is. Bovendien blijken de balanstermen niet onafhankelijk van elkaar te zijn. Daardoor verliest de balansvergelijking wel heel wat van zijn schijnbare eenvoud. Het wetenschappelijk onderzoek, in de laatste tientallen jaren sterk ontwikkeld, moest zijn aandacht dan ook allereerst richten op het beter leren kennen van de afzonderlijke termen, terwijl de studie van de onderlinge samenhang nog steeds veel aandacht vraagt. Men kan wel zeggen dat de ontwikkeling van dit type onderzoek is begonnen bij de studie over het drainageproces. Het kon aansluiten bij bekende elementen over de grondwaterstroming en vooral bij de stromingswet van Darcy. In Nederland, waar afvoer van grondwater naar drainbuis, sloot, kanaal of beek van zo groot belang is in de herfst- en wintermaanden, zijn en worden belang rijke bijdragen aan de theoretische en praktische oplossingen van de problemen op dit gebied geleverd. Bijzondere moeilijkheden doen zich voor in irrigatiegebieden, waar de vereiste

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 59