62
De mogelijkheid van een zo groot mogelijke verdamping door een gewas is
daarom zo belangrijk, omdat er een positieve correlatie is tussen produktie en
verdamping. Voor een verdamping op het potentiële niveau is echter nodig
dat de plant over een ruime voorraad water in de grond beschikt en aangezien
die opname in de wortelzone plaats vindt boven het grondwaterniveau is nadere
kennis van de waterhuishoudkundige eigenschappen van de wortelzone uiter
mate belangrijk. Hoewel reeds oudere onderzoekingen een en ander hadden
geleerd over de capillaire krachten die in deze zogenaamde onverzadigde zone
van de grond een rol spelen, heeft na-oorlogs onderzoek nieuw licht geworpen
op het voor de plantengroei belangrijke krachtenspel, dat zich in deze zone
tussen plant, grond en water afspeelt. Vanuit het grondwater stijgt water in de
bodemcapillairen omhoog onder invloed van adhesie- en cohesie-krachtende
bindende krachten nemen ruwweg logaritmisch af met de hoogte boven het
grondwater. De plant kan dit gebonden water opnemen, zolang de spanning
kleiner is dan ongeveer 15 atmosferen, een zuigkracht" die in de plantenwortel
ontstaat als osmotische druk in de zouthoudende celoplossing. Opname, dus
uitdroging van de grond, leidt tot hogere spanningen dan met de evenwichts
toestand overeenkomt, waardoor capillaire stroming uit het grondwater het
evenwicht tracht te herstellen. De aldus geleverde waterhoeveelheid kan over
een afstand van 50 cm bijvoorbeeld 2 mm per dag bedragen. Vergeleken met
een gewasverdamping van 5 mm op een zonnige zomerdag in de gematigde
klimaatszone een zeker niet te verwaarlozen hoeveelheid. De Nederlandse om
standigheden zijn zodanig dat vooral in graslandgebieden deze capillaire aanvoer
een belangrijk aandeel heeft in de watervoorziening van het gras in droge zomer
perioden. Daartoe is echter nodig dat het grondwater niet te veel daalt en
daarom wordt door hoge slootwaterstanden getracht de aanvoer vanuit de sloot
naar het grondwater in stand te houden. Het op deze wijze uit de sloot in de
grond infiltrerende water wordt weer aangevuld door inlaten van water uit
kanalen en rivieren. Wel ongeveer 1/3 van de Nederlandse cultuurgrond wordt
op deze wijze van extra water voorzien zodat ons land hoog staat in de rij van
landen, waar irrigatie een belangrijk aspect van de waterhuishouding vormt.
Met deze toevoer van water stroomt het grondwater dus in een richting tegen
gesteld aan die bij de drainage, echter volgens dezelfde wetmatigheden.