76
geologische structuur van het gebied. In deze gevallen verschaft de geofysica
dus een betere kennis van de geologie van het gebied, en die is indirect van
belang voor het afwegen van de kansen op het voorkomen van mineraalafzet
tingen. Het belangrijkste voorbeeld van deze indirecte toepassing van de geo
fysica vormt de geofysische exploratie naar aardolie. Aardolie komt voor in
poreuze gesteentelagen. De primaire vorming van aardolie vindt plaats in wate
rig milieu, zodat een mengsel van aardolie en water ontstaat. Door de invloed
van de zwaartekracht zakt het water naar beneden en drijft de olie naar boven.
De kans op het voorkomen van aardolie is dus het grootst in opgeplooide ge
deelten van de aardlagen. Het onderzoek van de plooiingsstructuur van de
aardlagen is bijzonder waardevol, om te bepalen in welke gedeelten van een
gebied van onderzoek de kans op het voorkomen van aardolie het grootst is.
De opsporing van aardolie vormt op het ogenblik het belangrijkste toepassings
gebied van de geofysische opsporing. Maar geofysische methoden worden ook
op grote schaal gebruikt bij de opsporing van metaalertsen, andere vaste delf
stoffen en voor hydrologisch onderzoek.
De fysische grootheden die zich lenen voor toepassing bij de geofysische opspo
ring, zijn beperkt in aantal. Naar gelang van deze grootheden kan men de
geofysische methoden in vier grote groepen indelen: de seismische methoden,
de zwaartekrachtsmethoden, de magnetische methoden en de elektrische
methoden.
Seismische waarnemingen
Bij de seismische methode wordt een grondtrilling opgewekt door de ontplof
fing van een springstof, die meestal op enkele tientallen meters diepte onder
de oppervlakte van de aarde wordt aangebracht. De zo opgewekte trilling
wordt geregistreerd op een aantal punten aan de oppervlakte. Wil men uit
deze waarnemingen gegevens kunnen krijgen over de diepere ondergrond, dan
is het nodig dat een golf, na tot grote diepte te zijn doorgedrongen, weer naar
de oppervlakte terugkeert. Deze terugkeer kan door twee verschillende ver
schijnselen tot stand gebracht worden: refractie en reflectie. Op deze beide
verschijnselen zijn opsporingsmethoden gebaseerd. De belangrijkste van deze is
de reflectiemethode.