93 Meerdink wist aan te tonen dat dit niet-sluiten wezenlijk voor de berekeningen op bol of ellipsoïde was en daarmee waren we voor de eerste maal op een typisch voorbeeld van een niet-consistent model gestoten. Betekende dit dat ook de el I i psoïd ische geodesie in principe behoort te worden afgeschreven, zoals dit eerder het geval was met een aantal aansluitingsmethoden? Een nieuw hoofd stuk van onderzoek en van speuren in wiskundige litteratuur was aangesneden en nu na ruim tien jaar zijn we nog steeds zoekende. Een gissing was, dat elke geodetische rekenmethode gekarakteriseerd zou kunnen worden door invariantie tegen een zekere transformatie. Merkwaardig was nl. dat bij omzetting van de berekeningen in het platte vlak wel een con sistent model verkregen werd en dat hier de karakteristieke transformatie de gelijkvormigheidstransformatie bleek te zijn. Verschillende lijnen van onderzoek kwamen nu samen: de opzet van de ver effeningstheorie gericht op nieuwe mogelijkheden van rekenautomaten, de verwerking van mogelijkheden gegeven door nieuwe afstandmeters als geo- dimeter en tellurometer in de puntsbepaling, onderzoek van schaal kwesties bij lengtemeting, de invloed van de kansverdeling van gegeven coördinaten op veelhoeken en driehoeksnetten, overeenkomst en even merkwaardige ver schillen tussen berekeningen in triangulatie en trilateratie en nog zovele andere problemen. In eerste instantie beperkt tot berekeningen in het platte vlak werd systema tisch een theorie met complexe getallen ontwikkeld die een antwoord diende en ook bleek te geven voor alle aangesneden problemen. Basis was de vereiste invariantie tegen een gelijkvormigheidstransformatie. Niet alleen een ant woord werd verkregen, maar een geheel nieuw veld van onderzoek werd geopend. Onherkenbaar veranderd en gesystematiseerd kwamen de landmeet kundige berekeningen in het platte vlak te voorschijn, terwijl scherpere analyse van de wiskundige herleidingen indicaties gaf voor een systematischer approach in de puntsbepaling. Hier bleek dus dat wiskundige analyse niet alleen de ver werking van waarnemingen kon verbeteren, maar ook het waarnemingsproces zelf. Merkwaardig gevolg was tevens een wiskundig veel bevredigender en kortere opzet van de schrankingstheorie, een opzet die tevens inhield een mogelijkheid van doelstelling van 1e orde netwerken, een heden ten dage

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 92