94 brandend internationaal probleem. Vertaling van een algemenere geodetische doelstelling van meten en rekenen in de vorm van een variantiematrix als generalisering van de eenvoudige opzet in de H.T.W.-1956 mislukte in eerste instantie, het construeren van een positief semi-definiete matrix invariant tegen een schrankingstransformatie moest een vrome wens blijven. Evenmin gelukte een uitbreiding van de theorie tot gebogen vlakken, zoals de ellipsoïde, gebruik makende van isometrische coördinaten. Vergaande abstractie was nodig, interessante verbanden werden afgeleid, maar praktische moeilijk heden sloten de weg naar toepassing af. Opnieuw een stuk in portefeuille, wach tend tot het ogenblik dat na weer lange omwegen een plaats voor de afgeleide verbanden zal kunnen worden gevonden. De geodesie is een ruimtelijk vak, er waren satellieten voor nodig om de moderne geodeet van deze zienswijze te overtuigen, hoewel vooral Marussi en na hem Hotine na de Tweede Wereldoorlog reeds aantoonden dat de terres- trische geodesie slechts goed doorzien kon worden bij gebruikmaking van een ruimtelijk beschrijvingsraam. Een uitdaging te trachten zelf een ruimtelijke theorie op te bouwen, aansluitend bij een zelf vermoed basiscriterium. Dit werd de invariantie tegen een ruimte lijke gelijkvormigheidstransformatie, als generalisatie van de situatie in het platte vlak. Herinnerd werden uitspraken van Klein en zoeken in zijn publikaties deed stoten op enkele opmerkingen over de merkwaardige eigenschappen van quaternionen, de eerstvolgende generalisatie van complexe getallen in de rij van hypercomplexe getallen, de eerstvolgende maar naar later bleek ook de enig mogelijke. Deling van vectoren is gedefinieerd in deze theorie en nauwe verwantschap blijkt te bestaan met rotatiematrices, in de laatste jaren voort durend punt van onderzoek in de analytische fotogrammetrie, een verwant schap daar naar voren gebracht door Schut. Volledige overeenstemming met eigenschappen van complexe getallen op de commutativiteit van vermenig vuldigen na. Ook hier een relativering van het lengtebegrip, waardoor het uitgangspunt niet lengtemeting kan zijn maar lengteverhoudingsmeting. Wordt de niet-commutativiteit opgeheven dan is de theorie in wezen identiek met die der complexe getallen. Nadere analyse wees uit dat opheffing van de niet-commutativiteit in het geval

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 93