96 theorie van enkele en paren kwadratische vormen die zoveel aspecten aan de theorie van vereffening en toetsing met onderscheidingsvermogen heeft toe gevoegd door studie van variëring van variantiematricesHet zijn vragen die behandeld worden in de lineaire of moderne abstracte algebra en kennisneming van de antwoorden juist op theoretisch gebied zal ongetwijfeld de geodeet in de toekomst nog verder brengen dan de meer praktische kant van vector- en matrixrekening hem heden ten dage al heeft gebracht. Ter zijde: toch is het niet de wiskundige die de vermelde rekentheorie met (hyper-) complexe getallen evenmin als de varianten op de waarnemingsrekening ontwikkelde, maar juist de geodeet die zijn opzet baseert op typisch praktisch-geodetische overwegingen. Welk een klein gebied der wiskunde nog maar, hoe dan met al datgene aan geduid met analyse? Waar het verband met vectoranalyse, tensoranalyse Het was Marussi die een fraaie tensoranalytische theorie ontwierp voor ruim telijke geodetische berekeningen inbegrepen het gebied der zwaartekracht meting. Het was wat men zou kunnen noemen een differentiële approach, de moeilijkheden die directe toepassing verhinderden waren o.m. praktische moeilijkheden bij integratie. Hotine bouwde hierop voort, maar voerde een eenvoudiger niet-metrisch coördinatenstelsel in dat de mogelijkheid gaf ver band te leggen met relaties uit de klassieke el Iipsoïd ische geodesie. Hierdoor slaagde hij er echter niet in verband te leggen met de potentiaaltheoretische zijde der geodesie, de gravimetrische geodesie. Verkregen werd zo een zuiver geometrische methode, die door de onbetrouwbaarheid van de verticale hoek meting coördinaten leverde evenzo onbetrouwbaar in de richting loodrecht het aardoppervlak. Dezelfde zwakheid kleeft de quaternionmethode aan, even eens een typisch geometrische methode. Oplossing voor deze moeilijkheid moet dus gevonden worden in het verkrijgen van informatie uit nog niet aange boorde bronnen, hier de zwaartekrachtmetingen. Een extra moeilijkheid is, dat hierdoor naast de dimensie „lengte" extra dimensies „tijd" en „massa" aan het probleem toegevoegd worden. De genoemde zwakheid kan nu vertaald worden door een zgn. geocentrisch (cartesiaans) coördinatenstelsel op operationele wijze aan de quaternionmethode toe te voegen, waarbij de oorsprong van dit stelsel ergens in het midden der aarde ligt (middelpunt of zwaartepunt van de aarde zijn niet operationeel te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 95