98 heden van de gravimetrische theorie; dit gebied is gevaarlijk voor de leek en dient dientengevolge het operatiegebied van de specialist te blijven. De aandacht kan zodoende gericht blijven op het gestelde hoofdprobleem, de koppeling en eventuele interactie van geometrische en gravimetrische theorie. De algemene opzet blijkt nu juist in deze koppeling en interacties een verscherpt inzicht te geven, of het nu het klassieke ellipsoïdisch geometrisch model betreft dan wel de opzet van Hotine of de opzet met quaternionen. De opzet van de ontwikkelde theorie berust geheel op de theorie van integraal vergelijkingen, maar juist de koppeling met de klassieke ellipsoïdische theorieën geeft inzicht in de meer klassieke approach die berust op de theorie van partiële differentiaalvergelijkingen, de differentiële approach. Beide benaderingen hebben in wezen een continu karakter en worden in hun praktische uitwerking beïnvloed door numerieke integratieprocessen met een discreet karakter, ver oorzaakt door het beperkt aantal punten van het aardoppervlak waar geodetische waarnemingen uitgevoerd zijn. Daar bovendien deze waarnemingen niet af wijkingsloos zijn krijgt men zodoende te maken met het algemene probleem van vergelijkingstelsels in de mathematische fysica, nl. in hoeverre van stabiliteit in oplossingen sprake kan zijn, dwz. in hoeverre de verkregen numerieke op lossingen interpreteerbaar zijn. De geodeet Moritz heeft onlangs de aandacht op deze kwestie gevestigd en het vermoeden geuit op grond van algemene theorieën uit de mathematische fysica dat de benaderingswijze via integraal vergelijkingen uit dezen hoofde de voorkeur zou verdienen. Al kwalificeert men het eigen wiskundig puzzelwerk als knutselarij, dan nog geven de laatste opmerkingen de weg aan tot verruiming van horizon: wil men verder komen dan dient een studie gemaakt te worden van meer echt wiskun dige beschouwingen in het kader van de wel zeer uitgebreide en fundamentele theorieën der mathematische fysica, soms ook aangeduid met de naam toegepaste analyse of wiskunde (applied analysis). Geldt hierbij weer niet evenzo of nog sterker het verhaal van slak en haas? Hoe ver moeten we de wiskundigen en fysici volgen? Het was onlangs weer Hotine, die verderreikende beschouwingen aan de geodesie ten grondslag wilde leggen en tot de uitspraak kwam dat alleen de algemene relativiteits theorie in zijn formulestelsel paste, zodoende de mechanica van Newton als

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1965 | | pagina 97