108
matiek kan mogelijk iets meer uitgebreid en beter gericht
worden. Men denke aan het kunnen lezen van bouw
kundige tekeningen. Deze laatste suggestie heeft natuur
lijk alleen dan zin, wanneer het belang van de kennis
making wederzijds wordt onderkend.
2. Wanneer de geodeet een opdracht krijgt om bepaalde
meetwerkzaamheden uit te voeren, dan moet hij in
staat zijn om het proces zodanig te analyseren, dat hij
die opdracht kan uitvoeren. Nu komt het, vooral in het
stadium van een voorstudie, niet zelden voor, dat de
opdracht summier omschreven is. Zijn analyse moet
dan uiteraard eveneens summier zijn. Toch wordt er dan
van hem verwacht, dat zijn analyse zodanig betrouwbaar
is, dat een latere detaillering in het globale raam past.
Deze procesanalyse kan in verschillende vormen worden
toegepast. Een zekere mate van scholing hierin is zeker
niet overdreven.
3. Aansluitend op het bovenstaande is een bepaalde
kennis van begrotingstechnieken, van kostenbewaking
en nacalculatie van belang.
De laatste jaren is een ander punt naar voren gekomen
waarmee de geodeet geconfronteerd wordt. De kosten
van nieuw materieel, zoals meetbanden, waterpasinstru
menten, theodolieten enz. vormen een begrotingspost
die over het algemeen geen grote problemen veroorzaakt.
Tegenwoordig worden er echter dermate dure instrumenten
op de markt gebracht, zoals elektronische afstandmeters
en lasers, dat de aanschaf verantwoord en goed gemoti
veerd moet zijn. De inzet van dit instrumentarium is
alleen dan verantwoord wanneer aangetoond kan worden,
dat hiermee efficiënter en goedkoper gewerkt kan worden.
Dit is niet een kwestie van gevoelsmatig schatten van de
voordelen die ermee bereikt kunnen worden, maar van
een goed opgezette rendementsberekening, waarin af
schrijvingstermijnen, renteverlies en nog vele andere
factoren een rol spelen.
In het studieprogramma zou dus het onderwerp exploita
tieberekeningen zodanig beperkt kunnen worden opge
nomen, dat een eenvoudige rendementsberekening door
een geodeet kan worden uitgevoerd.