114
meer te regelen" theodolieten, waarop generaties studenten
(civiel en geodeet) hun onbenul al of niet waren kwijt
geraakt. Hele middagen werden Brunsviga's versleten
op landmeetkundige berekeningen. Of men was druk met
de waterpassing van dat ene huis op de Oranjelaan naar
het Gebouw voor Geodesie. (Sluitende getalsystemen
moesten achteraf worden opgebouwd teneinde onbegrij
pelijkheden weg te werken. Sommigen kenden het verschil
tussen de twee bouten, bedachten zonder meer een bij
behorend getalsysteem, zonder zich al te veel met water
passen te bemoeien.) Bij het tekenonderwijs trachtten
we hartstochtelijk om met een liniaal een vloeiende boog
samen te stellen, tekeningen van gepaste kleuren te voor
zien; een kadastrale hulpkaart was ontstaan. Wel hadden
we nauwelijks enig idee wat dit inhield, want het onder
wijs in deze materie werd begeleid door een stel summiere
lichtdrukken van slechte kwaliteit. Achteraf weet je dat
deze bestaan moeten hebben uit één bladzijde uit het
reg. 71, één bladzijde uit het reg. 69a, en één bladzijde
uit de legger.
Bij het praktisch werken waren de eerste drie weken altijd
voor het Kadaster gereserveerd. De begeleiding was over
het algemeen niet fraai. Maar men zag tenminste hoe
de eerdergenoemde lichtdrukken functioneerden
Misschien denkt de argeloze jonge lezer dat het in die tijd
wel heel slecht gesteld stond met het onderwijs. Er waren
echter een aantal factoren die dat beeld weer gunstig
bijkleurden. In de eerste plaats; wij wisten niet beter!
Dit was academisch onderwijs; ongetwijfeld zouden er
verbanden bestaan tussen wat ons voorgeschoteld werd.
Maar het was aan óns die te ontdekken. Wij waren aan
die omstandigheden gewend; het prikkelde in ieder geval
er naar te zoeken. Bovendien was er een grote mate van
vrijheid om die colleges te volgen, waarin men interesse
had. Velen volgden geheel facultatief de colleges van
prof. Josephus Jitta, die op zijn colleges Staatsrecht tevens
aandacht vroeg voor zijn dagelijks hoofdartikel in de
Haagse Courant. Het Studium Generale bevatte in die
tijd veel vruchtbaars van onze Universiteiten, al werd dan
de avondmaaltijd wat later genoten dan normaal het