10
TEN GELEIDE
Enige tijd geleden werd door het Landmeetkundig
Gezelschap Snellius een commissie geïnstalleerd met de
opdracht de uitgave van het vijfde lustrumboek te ver
zorgen. Deze opdracht was snel gegeven, maar de uit
voering bleek de nodige moeilijkheden met zich mee te
brengen.
Immers, reeds bij het uitspreken van het woord „boek"
stuit men op het probleem dat een dergelijk object een
thema moet hebben, het voorvoegsel „lustrum" maakt
de zaak alleen maar moeilijker. Moet het een verzameling
technische verhandelingen zijn over geodesie, wat dat
dan ook in mag houden Snellius is tenslotte de studie
vereniging der geodetische studenten. Ol moet het een
verzameling ervaringen en anekdoten uit de landmeet
kundige wereld worden? Gezelligheid wordt tenslotte
nog steeds gewaardeerd binnen Snellius. We vonden dat
we deze vragen ontkennend moesten beantwoorden,
want er is het een en ander gaande.
Men is zich gaan bezinnen op het onderwijs, in de
ruimste zin van het woord. Zowel de structuur van de
onderwijsinstellingen, in het bijzonder die van de onder
afdeling der geodesie, als de inhoud van het studiepakket
en de vorm waarin het gepresenteerd wordt zijn onder
werp van discussie geworden. Niet alleen binnen Snellius,
maar ook binnen een veel grotere kring van bij het
onderwijs betrokken mensen. Op de onderafdeling zijn
de werkgroepen „Doelstelling" en „Methodiek" hiervan
goede voorbeelden.
De uitgave van dit lustrumboek leek ons een ideaal middel
om de actieve, discussiërende groep te helpen in haar
pogingen om veel meer mensen, ook van buiten de onder
afdeling, bij deze ontwikkeling te betrekken.
Het boek geeft geen uitputtende behandeling van de aan
de orde zijnde problemen, daarvoor zijn deze te veel-