126 Aan het kadaster wordt bij de opleiding voldoende aan dacht besteed; bovendien bestaat in de kadastrale praktijk de mogelijkheid voldoende kennis en ervaring op dit punt op te doen. Bij het onderwijs betreffende de ruil verkavelingstechniek is een nauwer contact met de praktijk gewenst, omdat dit vakgebied zich mede in de praktijk ontwikkelt. De automatiseringstechniek komt bij de opleiding alleen aan de orde met betrekking tot de waarnemingsrekening. Onderwijs betreffende de automatiseringstechniek van de bij de ruilverkaveling van belang zijnde administra tieve en ruilverkavelingstechnische werkzaamheden moet aan het studieprogramma worden toegevoegd. Aan het onderwijs betreffende de cultuurtechniek wordt bij de opleiding meer dan voldoende aandacht besteed. Bij het onderwijs betreffende de planologie moet meer aandacht worden besteed aan recreatie, landschapsbouw en stedelijke planologie. Het is gewenst, dat aan het vak landschap, dat bij de facultatieve vakken is vermeld, een belangrijkere plaats wordt toegekend. Bij het vak stedebouwkundig ontwerpen zou meer aandacht aan de zuiver stedelijke aspecten moeten worden be steed. Het is niet de bedoeling dat de ingenieur van het kadaster een „plannenmaker" wordt, doch met het oog op de mogelijke toekomstige ontwikkelingen, welke elders in dit artikel zijn aangegeven, moet hij over voldoende kennis omtrent deze planologische facetten beschikken. In het tegenwoordige studieprogramma wordt voldoende aandacht aan de sociologie besteed. Conclusie Tegenwoordig verlangen sommige studenten dat in de opleiding een ruime plaats wordt toebedeeld aan de algemene maatschappijwetenschappen en de problematiek van het dagelijks leven. Het gaat hierbij om een meer algemene problematiek, welke in dit artikel niet aan de orde werd gesteld, omdat het de schrijvers slechts ging om de vaktechnische aspecten van hun beroep en de studie. Overigens kan worden opgemerkt, dat bij de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 127